Columns > De Mgr. Bekkersschool Omroepstichting

De Mgr. Bekkersschool Omroepstichting

 

Eén van hoogtepunten van de week is de vrijdagochtend. Na een bezoekje aan de logopediste (lees hier) rijd ik naar Sint-Oedenrode om met de fractievoorzitter van het lokale partijtje Hart de podcast ‘Hart op de tong’ op te nemen. Toen we daarmee ruim een jaar geleden begonnen, had ik met mezelf afgesproken dat ik het doe omdat het leuk is en dat het bereik me geen moer interesseert.

Voor een workshop ‘Hoe houd ik mezelf voor de gek?’: bel mij.

We tikten vorige week op één luisteraar na de zeshonderd aan en ik ben trots als een hond met het een of ander. De podcast gaat over de lokale politiek van Meierijstad en de betrokkenheid daarbij is onder de inwoners niet bijster groot – des te blijer en trotser ben ik op het aantal luisteraars.

Het is een soort van radio maken voor mensen die er niet in slaagden ooit bij de echte radio terecht te komen. Voor mij is dat extra sneu, want mijn poging tot radioloopbaan begon 55 al jaar geleden.

 

Ik zat in de zesde klas van de Mgr. Bekkersschool in Tilburg, een Daltonschool die het maar een jaar of tien, vijftien volhield en dat is jammer voor alle kinderen die zich daarna moesten behelpen met andere vormen van goedbedoeld onderwijs. Daar in die zesde klas zat Hub of Huub en Hub of Huub had iets bijzonders: een draagbare cassetterecorder. Druk tegelijkertijd een zwarte en een rode toets van dat ding in en het apparaat neemt geluid op. Tenminste, als je er eerst een cassettebandje instopt en daarna een klepje sluit.

Hub of Huub, twee jongens waarvan ik de naam niet meer weet en ikzelf staarden vol ontzag haar Het Apparaat. Dingen opnemen, dat leek ons wel wat. Alleen nog even bedenken wat.

Het antwoord was snel gevonden: Hub of Huub, die twee zonder naam en ik richtten de Mgr. Bekkersschool Omroepstichting op. De MBOS. De MBOS zou reportages maken en muziek uitzenden op school.

Meneer Vermuijen, leerkracht zesde klas en tevens leider van het jongerenkerkkoor, vond het een top idee. Hij bedacht dat we konden uitzenden via de intercom – in elke klas hing een geluidsbox en het geluid zelf kwam van de kamer van meneer Peters, het hoofd van de school. Die moest er een seconde of drie over nadenken en stemde in. ‘Elke vrijdagmiddag, van drie tot vier – het laatste uur van de schoolweek.’

We hoefden alleen nog maar een programma te maken. Maar poeh, hoe doe je zoiets? Dat was het moment dat ik me opwierp als hoofdredacteur. ‘We gaan op pad en dan gaan we vertellen wat we meemaken.’ Aldus besloten. Hub of Huub, die twee en ik – we stapten op de fiets en togen vanuit buitenwijk Wandelbos naar het centrum van Tilburg. In de Capucijnenstraat passeerden we een brandweerkazerne. ‘Daar gaan we het over hebben’, besloot ik. Dat was elfjarigentaal voor: hier gaan we een reportage over maken.

Wat er vervolgens gebeurde vonden we toen heel gewoon en is bij nader inzien bijzonder. Vier elfjarige jongens, waarvan eentje met cassetterecorder in de hand, wandelden de kazerne binnen en meldden zich bij de eerste meneer die ze tegen het lijf liepen. ‘Wij zijn van de MBOS, de Mgr. Bekkersschool Omroepstichting. We willen een radioprogramma maken over de brandweer.’

‘Wat leuk’, zei de eerste meneer die we tegen het lijf liepen. ‘Ik zal jullie rondleiden en daarna mogen jullie de brandweercommandant interviewen.’

Vanuit de kamer van meneer Peters zonden we onze reportage uit. Met daarna ‘Non, Non Rien N’a Changé’ van Les Poppys. Terug in de klas zei een jongen dat het allemaal nep was. ‘De Poppys waren helemaal niet in de kamer van meneer Peters. Dat was gewoon een plaatje. En jullie zijn dus vast ook niet bij de brandweer geweest.’

De week daarna brachten we een diepte-interview met een verpleegster van het Mariaziekenhuis. Met dank aan een van de twee naamloze jongens. ‘Ik heb een zus die zuster is, die kunnen we wel interviewen.’