Columns > Versnipperde politiek (slot)

Versnipperde politiek (slot)

Wat voorafging: of we maar niet zo’n stampei willen maken van de dreigende versnippering in het parlement, want die versnippering was er veertig jaar geleden ook al en daar is de democratie niet aan ten onder gegaan.

Dan nu deel 2, tevens slot.

 

Vanuit veel buitenlanden wordt met verbazing gekeken naar ons parlementaire stelsel. Bij de laatste landelijke verkiezingen kwamen er veertien partijen in de Kamer en door diverse afsplitsingen kwamen er nog een stel bij ook. Als de opiniepeilers gelijk krijgen – je weet maar nooit, soms gebeuren er rare dingen – dan komen er in maart dertien partijen in de Kamer. Mogelijk veertien.

Niks bijzonders. Zo gaat het al decennialang.

En dat is maar goed ook. Stel u voor dat u enthousiast bent over zo’n klein partijtje. U niet alleen, er zijn zoveel fans dat uw lievelingspartij 1/150 van alle stemmen binnenhaalt. Precies genoeg voor een zetel. Precies genoeg om de aanhang, om u dus, een stem te geven. Wat zou u ervan vinden als, zoals in Duitsland, de wetgever bedenkt dat uw stem pas wat waard is als er tenminste zeven zetels worden behaald? En dat vanaf zetel acht 1/150 van de stemmen wel genoeg is?

U zou dat niet eerlijk vinden en daar heeft u groot gelijk in.

 

Maar slaat zo’n klein partijtje wel een deuk in een pakje boter? Zuiver principieel gezien doet die vraag er niet toe, maar het antwoord is ja. Het meest sprekende voorbeeld is de Partij voor de Dieren. Die partij zit al tien jaar met slechts twee zetels in de Kamer en dat aantal is voldoende om dierenwelzijn hoog op de agenda te krijgen bij diverse andere, grotere, partijen. Die voelen onafgebroken de adem van Thieme in hun nek. ‘Wij zijn ook tegen de bio-industrie! Wij ook! Wij ook!’

 

Kom niet aan met uw vrees dat het land onregeerbaar wordt met die versnippering. In het ergste geval moeten politici zaken doen met heel veel partijen, zoals dat tijdens Rutte II vanwege een minderheid in de Eerste Kamer ook het geval was. Het zorgde ervoor dat niet alleen de vertegenwoordigers van sociaal-democraten en liberalen werden gehoord, maar ook die van CDA, D66 en Christenunie.

Kijk, dat is nog eens draagvlak.

Ons parlementaire systeem biedt meer dan in welk ander land ook kleintjes én nieuwkomers de kans om echt mee te doen. De PVV werd in de tweede kamerperiode van haar bestaan al gedoogpartner en de LPF mocht zelfs meteen meeregeren. Dat beide partijen er niks van bakten, doet niets af aan het feit dat ze kiezers hadden en dat die kiezers hun zin kregen. En wat de LPF betreft: kiezers grepen hun kans om die rebellenclub bij de volgende verkiezingen, ongeveer vier fractievoorzitters later, af te straffen.

 

Van een crisis in de democratie, zoals ik steeds vaker hoor en lees, geloof ik dan ook niks. Het tegendeel lijkt eerder waar: de betrokkenheid bij politiek lijkt groter dan ooit. Nooit eerder discussieerden zo veel mensen zo vaak en heftig over politiek als nu. Het grillige stemgedrag is het bewijs van dat engagement. Kiezers stemmen steeds minder uit gewoonte en dat is goed.

Er is geen crisis in de democratie. Er zijn alleen steeds meer kiezers die anders en grilliger stemmen dan de voormannen en -vrouwen van de traditionele partijen lief is.

Maar beste heren Asscher, Buma, Rutte en Pechtold, dat is geen crisis in de democratie – dat is democratie.