Columns > Versnipperde politiek (1)

Versnipperde politiek (1)

Versnippering van het politieke landschap is één van de redenen dat de Staatscommissie Parlementair Stelsel is opgericht. Ik las erover in de Volkskrant. Die krant mag ik tot aan de verkiezingen voor slechts vier euro dagelijks lezen. Mijn vader zou er blij mee zijn geweest – niet met die versnippering, maar met het abonnement. Hij was zowat heel zijn volwassen leven ‘lid’. Toen hij zijn abonnement opzegde omdat de bezorger fietsbandsporen achterliet in de tuin, wisten wij, de kinderen, dat het niet zo heel goed meer ging met mijn vader.

Mijn vader mocht het niet meer meemaken, dat ik weer abonnee ben van zijn krant. En ook niet dat Johan Remkes ons parlementaire stelsel onder de loep neemt.

 

Remkes is een heel accurate en hardwerkende man. Dat hoorde ik afgelopen week van iemand die ooit een training heeft gegeven aan leden van Provinciale Staten in Noord-Holland. Remkes was daar toen Commissaris van de Koningin. Hij had toen al een netjes gerestaureerd gebit, vertelde de trainer me. Want daar is Remkes toch nog wel het meest beroemd of berucht om: die lelijke tanden.

Die opgeknapte tanden zet Remkes in het parlement. Want dat parlement is versnipperd.

 

Tijdens de laatste verkiezingen kwamen er elf partijen in de Kamer. Dat is veel. Volgens de peilingen worden het er bij de verkiezingen van volgende maand dertien en misschien veertien. Dat is dus ook heel veel.

Nee, dan vroeger, toen er nog ouderwetse zuilen waren. Toen iedereen PvdA, VVD of KVP stemde. Nou ja, of ARP of CHU dan – de protestanten stemden natuurlijk niet op de KVP. Niet dat ze allemaal ARP of CHU stemden trouwens, want toen had je ook nog het GPV en de RPF – die later samengingen in de Christenunie. En voor wie die kerkelijke partijen te olijk vond en elke zondag als autoloos verklaarde, was er nog het SGP. Die partij is zo ongeveer opgericht toen god de wereld kleide.

Maar daarmee had je het dus wel een beetje gehad. Nou ja, bij links waren er nog wat stromingen met eigen partijen. DS70 voor wie de PvdA te links vond en de PSP, PPR, CPN en EVP voor wie het daar toen al te rechts vond. D66 fladderde er wat doelloos tussendoor. Toen al, ja.

Populisten, zoals nu, nee die waren er nog niet. Nou ja, bijna niet. Bij de Boerenpartij, daar konden ze er wat van. Maar liefst vijftien jaar zat Boer Koekoek het voorbeeld voor de LPF te wezen.

 

Veertien partijen kwamen er bij de verkiezingen van 1971 in de Tweede Kamer. En toen er een jaar later alweer verkiezingen kwamen – iemand nog iets over dat kabinetten vroeger de ritten altijd wel trouw uitzaten? – kwamen er weer veertien voor terug. Nee, niet dezelfde veertien. Ook toen verdampten er partijen en popten er nieuwkomers op. De NMP maakte plaats voor de RKPN. U mag die afkortingen meteen weer vergeten.

 

En dan gaan we het morgen hebben over dat die versnippering niet alleen van alle tijden is, maar ook nog eens best plezierig

Wordt vervolgd.