Columns > Symmetrie in Bath

Symmetrie in Bath

Symmetrie is plezierig. Ga maar eens een hapje eten aan een tafel waarbij de lamp niet precies boven het midden hangt. Hoogst irritant, is mijn ervaring.

Hij is al ruim 250 jaar dood, maar John Wood zou de vorige alinea knikkend hebben gelezen. Wood was een Britse architect, werd bekend dankzij een aantal projecten in Bath en hield nog meer van symmetrie dan de schrijver van dit stukje.

 

Tijdens een free walking tour door de stad vertelt gids Mike honderduit over Wood. Hoe hij tot op de centimeter – pardon, inch –een indrukwekkende reeks dure rijtjeshuizen exact symmetrisch tekende en dat er tegenover die woningen vooral geen enkele boom mocht worden gepland. Wat na zijn dood trouwens wel gebeurde. Wood haatte bomen, want die dingen groeien ongecontroleerd alle kanten op en zijn never nooit symmetrisch. Ook erg: ze belemmeren het zicht op zijn indrukwekkende bedenksels.

Vroeg Wood niet hoe het er achter de gevels van Queen Square of The Circus moet uitzien – gids Mike vertelt ons dat het hem alleen om de buitenkant te doen was. Specifieker: om de voorkant. De gevelstenen zijn uit rotsen gehouwen. Groot, recht, strak en glad. De gevels aan de achterkant zijn opgetrokken uit goedkopere, gebakken stenen vol bobbels, deuken en barsten.

 

Wood moet gegruwd hebben van de window tax, een belasting die de Engelse overheid in de achttiende eeuw bedacht op het aantal ramen in een huis. Mike laat tijdens de wandeling door Bath zien wat mensen zoal deden om de belasting te ontlopen. Ramen werden dichtgemetseld en hier en daar verplaatst; twee ramen met enkele decimeters ertussen golden als twee ramen, maar als die tussenruimte beperkt bleef tot enkele centimeters gingen ze door als één raam. Klusjesmannen hadden het er maar druk mee.

En weg was de symmetrie.

 

Mike vertelt dat de raambelasting pas in 1940 werd afgeschaft. Op internet lees ik dat dit al in 1851 gebeurde. En dus houden we het op medio 1896. Dat zit precies in het midden, tussen die twee jaartallen. John Wood zou trots op me zijn geweest.

 

(Dit was het vijfde en laatste stuk over mijn vakantie in Engeland.)