Columns > Onze hond kan niet lezen

Onze hond kan niet lezen

Er hoeft maar een verhaal in de media voorbij te komen over onderwijsvernieuwing in het voortgezet onderwijs en ik haal mijn schouders op. ‘Hadden wij in 1972 al’, is steevast mijn reactie.

Punten afschaffen? Wij hadden nooit punten. Een streep door het zittenblijven? Wij deden niet aan zitten blijven. Kinderen breed oriënteren? Op onze Tilburgse Ivo-mavo Scarabee kon je begin jaren 70 vakken als filosofie (‘Is een colaglas nog altijd een colaglas als je er Sinas inschenkt?’), Spaans en koken volgen. Medezeggenschap? ‘Beste leerlingen, we willen een nieuwe methode selecteren voor Nederlands. Wat denken jullie?’ Strijd tegen preutsheid? ‘Doel is, beste jongens en meisjes, dat we proberen de langste klerenrij te maken die maar mogelijk is. En ja, jullie mogen uittrekken wat jullie uit willen trekken.’

 

De school bestaat al lang niet meer en dat is maar goed ook – zo kunnen tal van scholen trots de krant bellen als ze weer iets hebben bedacht dat bijna vijftig jaar geleden bij ons al bestond.

Gisteren in het Brabants Dagblad: het Mondriaancollege in Oss heeft een schoolhond. Het beest het Vos, want er is geen enkele leerling op school met die voornaam. Voorkomt verwarring. Grappig: de schrijver van het artikel heet Vos. Tom Vos. Bij ons heette de hond Herta en ook dat zorgde nooit voor enige naamsverwarring. Nooit een journalist op bezoek gehad met wat voor naam dan ook, trouwens.

 

Er zijn verschillen over hoe de hond op het Mondriaan zijn snuit liet zien en hoe dat op die Ivo van weleer ging.

Daar in Oss kwam de hond er omdat het voor kinderen goed zou zijn om op te groeien met huisdieren. Want een hond heeft, las ik, ‘een positieve invloed op hun algemene ontwikkeling en is goed voor hun zelfvertrouwen omdat ze zich ergens verantwoordelijk voor voelen’. Verder: ‘Kinderen worden er minder stressig  van, een hond verlaagt je bloeddruk, het is goed voor je welzijn’.

In 1972 ging het in Tilburg zo. Leerling tegen directeur Wouter: ‘Wij hebben een hond en ons pap en mam kunnen het er niet meer bij hebben, zeggen ze. Mag ons Herta voortaan op school?’ Wouter: ‘Timmer jij met wat klasgenoten een hok?’ Leerling knikt. ‘Dan is het goed.’

 

In Oss is er ook een basisschool met een hond, is in hetzelfde krantenartikel te lezen. Kinderen lezen de hond daar wel eens voor, vertelt de schooldirecteur aan de krant. ‘Want een hond oordeelt niet.’ Op dat idee zijn we op onze Ivo nooit gekomen.

Jaren na mijn mavo kreeg ik als werkgever ooit een jongedame op bezoek die solliciteerde naar de functie van redacteur-tekstschrijver. Gevraagd naar haar ervaring, zei ze: ‘Ik schrijf voor onze hond’.

‘Kan die lezen?’, vroeg ik. Ze antwoorde niet dat het beest dat zonder oordeel deed. In plaats daarvan zei ze: ‘Onze Hond, dat is de naam van een tijdschrift.’