Columns > Ondernemers met een afstand

Ondernemers met een afstand

 

Dat komt ervan als je zowat elke term stigmatiserend vindt. Dan behoor je, zittend in een rolstoel, ineens tot de groep ‘mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt’. Probeer als solliciterende gehandicapte die term er maar eens in te gooien, als u in een elevator pitch van dertig seconden verzeild bent geraakt – zo’n moordtempo-presentatie waarin u ook nog eens moet vertellen dat u geen van negen tot vijf-mentaliteit hebt, passie hebt, flexibel bent (behalve op de trap dan) en dat u gelooft dat alles mogelijk is zolang je maar gelooft in jezelf. ‘En de klant staat bij mij centraal, altijd.’

De gedroomde werkgever hoort het amper, want blijft maar gefixeerd op die rolstoel. Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt krijgen daarom een steuntje in de rug. Tijdens de liftpitch mogen ze sinds enige tijd ook vertellen dat de overheid een deel van het salaris betaalt.

 

Het helpt amper. Dat schijnt de schuld te zijn van staatssecretaris Klijnsma. Want Klijnsma heeft de groep van mensen met een grote-afstand-tot-enzovoort zo nauw omschreven dat alleen die 95-jarige zwakbegaafde, eenbenige mevrouw met iets in een of ander PDD-NOS-achtig spectrum in aanmerking komt. Voor de anderen geldt: geen subsidie, geen baan.

 

Het maakt het enthousiasme van ondernemers om op symposia en netwerkbijeenkomsten te babbelen over maatschappelijk verantwoord ondernemen niet kleiner. U moet voor de lol eens de digitale blaadjes lezen van AANtWERK, dat is zo’n borrels organiserende MVO-club, bedacht door drie sociale werkvoorzieningen. U ziet er foto’s van die borrels en u leest er citaten van ondernemers. Zoals deze: ‘Probeer ze te benaderen als ieder ander’.

Tot die verbluffend wijsheid kwam de man vast nadat hij ooit door zijn productiehal wandelde en daar een meneer in een rolstoel aan de lopende band zag zitten. Hij had toen aan de medewerker naast hem, met gezonde benen, gevraagd of hij die collega in de rolstoel een snoepje mocht geven. Dat viel niet goed. Vandaar dat advies: ‘Probeer ze te benaderen als ieder ander’.

 

En toch zit er wat in. Stelt u zich, als werkgever, voor dat u een vacature heeft en er komt iemand op sollicitatiegesprek met zo’n afstand-tot. Dat is het moment dat u zo iemand benadert als ieder ander. Als ieder ander zonder subsidie van Klijnsma dus. U heeft een medewerker nodig, u vindt dat mensen met afstand ook aan de slag moeten, u benadert ze als ieder ander en geeft ze een baan.

Want u beseft dat maatschappelijk ondernemen niet maatschappelijk is als u er van Klijnsma een cadeautje voor krijgt. U onderneemt maatschappelijk verantwoord, bekommert zich niet om subsidies en wel om mensen.

 

Mocht u ondernemer zijn en van bovenstaande niks snappen: u bent een ondernemer met een grote afstand tot verantwoordelijkheidsgevoel. Daar is helaas nog geen potje voor. En nee, u mag ook geen snoepje.