Leraar, omarm uw leerling over veertig jaar.
Mijn vader liep in de zomer van 1972 met mij van school naar school. Of iemand Laurens toch maar wilde hebben. Laurens had zijn Cito beroerd gedaan en was daarom te dom voor de mavo, te atechnisch voor de lts en kon te beroerd rekenen voor de leao. Of er dan toch ergens een mavo was, die Laurens wel wilde hebben.
Ik sjokte een week lang naast mijn vader van school naar school en mijn vader mopperde over volle herbergen en wat er allemaal niet klopte aan de Mammoetwet.
Uiteindelijk werd de school gevonden. Het was een raar schooltje. Drie jaar jong, met een stuk of zes docenten en amper honderd leerlingen. De directeur heette Wouter, het onderhoud werd gedaan door leerlingen, er liep een hond door de aula en klaslokalen, vakken als Spaans, Koken en Filosofie stonden op het programma, rapportcijfers bestonden niet en als de lessen voorbij waren wilden de meeste kinderen niet naar huis.
In 1976 was ik klaar op de mavo, kreeg ik op een feestelijke avond mijn diploma en kon ik maar niet ophouden met huilen. Want hoe moest het nou toch met mij, straks op een gewone havo?
Mijn lievelingsleraar was Jan. Jan was decaan, leraar Nederlands, leraar aardrijkskunde, leraar handvaardigheid (Opdracht: ‘Maak van hout iets dat lekker in de hand ligt.’ Klasgenoot maakte een fallus. ‘Prachtig, Frank!’) en zette zijn boerderijtje in Esbeek open voor wie zin had in warme chocolademelk. En als je er toch was, mocht je meteen aan het werk – de boerderij viel bij elke najaarsstorm een beetje om en dus was er altijd wel wat metselwerk te doen.
Jan sloeg op de avond van de diploma-uitreiking zijn armen om me heen, wandelde met mij op die zwoele avond door de buurt rond de school en zei dat het allemaal wel goed zou komen. En als het even tegenzat, dan moest ik het maar van me afschrijven. ‘Want je schrijft graag, toch?’
Afgelopen zondag presenteerde ik apetrots in de achtertuin van Podium Azijnfabriek mijn eerste twee boekjes. Echte boekjes, met ISBN-nummers en al. Een novelle en een bundel columns. Vlak voordat ik het podium op wilde klimmen, zag ik hem. Jan. Na bijna veertig jaar. Mijn onderlip trilde, mijn armen omarmden, mijn mond zoende en mijn eerste boekje ging naar hem.
Beste leraren, wilt u alstublieft zo goed en inspirerend en indrukwekkend zijn dat elke willekeurige leerling u over veertig jaar wil omarmen en zoenen?