ICT’ers maken er een eind aan
Mocht er al sprake zijn van verruwing in communicatie, dan weet ik de oorzaak. We communiceren vanachter beeldschermen van laptops en mobieltjes en hoeven de gesprekspartner niet recht in de ogen aan te kijken. Deden we dat wel, dan werden we vanzelf een stuk liever.
(Overigens denk ik dat het met die verruwing best meevalt. U en ik zijn best beleefd en we storen ons aan al die anderen die vloeken, schelden en beledigen. Maar ‘die anderen’ vormen een piepkleine minderheid – juist daarom valt hun gedrag op en hebben we het er vaak over. Waardoor u en ik ten onrechte denken dat de hele samenleving verruwt.)
Ik had onlangs een klacht over een bedrijf. Nou ja, klacht – een klachtje. Voor ik u vertel hoe hard het bij de beklaagde binnenkwam, eerst iets over de klacht.
Ik verhuur me voor een dag per week aan een bedrijf en dat bedrijf verhuurt me aan een gemeente. Geen idee waarom dat bureau tussen mij en die gemeente zit, maar dat is nu eenmaal zo. Ik dien daar urenlijstjes in en zij maken daar dan facturen van. En soms willen ze iets van me. Zo was er onlangs het verzoek of ik online een checklist wilde invullen. Dat verzoek kwam per mail en in die mail zat een link. De link bracht me op een webpagina en daar las ik dat er geen test voor me klaarstond.
Dat maakte me een beetje in de war. Geen test? Ik wilde helemaal geen test maken, ik wilde een checklist invullen. Het is een beetje alsof u bij de bakker een half volkoren bestelt en de meneer of mevrouw aan de andere kant van de toonbank zegt dat de broccoli helaas is uitverkocht.
Een mailtje leidde tot de geruststellend bedoelde reactie dat ik in plaats van het linkje ook een webadres kon kopiëren. Met daarna het bemoedigend bedoelde ‘Succes!’
Welke webpagina? ‘U wilt volkorenbrood en de broccoli is niet voorradig? Geen probleem, u kunt het gras van uw tuin gewoon maaien hoor. Succes!’
Na een week ontving ik weer een mail van dat bedrijf dat zich tussen mij en die gemeente heeft gewrongen. Dat ik nog altijd de checklist niet had ingevuld. Of ik op de link wilde klikken. Met daarna weer die mededeling over de test die niet klaarstond.
Een paar dagen geleden kwam mail nummer drie. Ik besloot te bellen. ‘Ai, ai’, zei een meneer aan de andere kant van de lijn. ‘Het komt niet door ons. Deze mails worden niet door mensen gestuurd. Dat doet het systeem. Fout van ICT. Ik stuur ze nu meteen een berichtje. Want dit hoort natuurlijk niet. En o ja, een checklist is een test. Stom van ICT om die begrippen door elkaar te gebruiken. Ik meld ze dat ook even.’
ICT reageerde meteen. Nog tijdens ons telefoongesprek. ‘As we speak’, zei de meneer. ‘Ze snappen het probleem. De mails hadden nooit verstuurd mogen worden. En de ict’ers schrijven me dat ze er meteen een eind aan maken.’
Dit moet ik de rest van mijn leven met me meedragen.