Columns > Een uitstekend plukje

Een uitstekend plukje

Je hebt van die mensen, die kunnen urenlang in een zaaltje op een stoel zitten, met de handen onbewogen op de schoot en die kunnen dan zonder ook maar één keer hun keel te schrapen luisteren naar een meneer die voor hen een presentatie houdt.

Je hebt ook mensen die Laurens van Voorst heten. Die besluiten dat de meneer een boeiend thema gaat behandelen en dat ze daar rustig naar gaan luisteren. En dat ze dat gaan doen nadat ze eerst twee keer hebben gekucht, drie keel de keel hebben geschraapt, een aangeboden Smintje hebben stuk gekauwd, in de linker colbertzak hebben gevoeld of daar het mobieltje nog wel zit, ontdekken dat dit niet zo is en dan opgelucht vaststellen dat het ding wel in de rechterzak zit en vervolgens zich (nog nét niet hardop) afvragen waar de autosleutels dan wel zijn opgeborgen. Ah, in de rechterbroekzak. Fijn.

Ik ben een Laurens van Voorst. Nadat ik allemaal heb gedaan wat ik zojuist schreef en de spreker heb horen vertellen dat de wereld heel hard verandert en dat die nog harder gaat veranderen en dat wij, de toehoorders, daar vast van opkijken (nee hoor) – na al dat gedoe weet ik niet wat ik met mijn handen moet doen en besluit ik aan en in mijn vierdagenbaardje te gaan kriebelen en krabben. Je moet wat als je Laurens van Voorst heet.

Dat baardje scheer ik in een opwelling een paar keer per jaar helemaal af en verder trim ik kin- en wanghaar zo nu en dan. Soms twee keer per week en dan weer één keer per twee weken.

De meneer is bij een uitleg over dat als alles verdubbelt alles heel erg verdubbelt (1 wordt 2, 2 wordt 4, 4 wordt 8 en voor je het weet ben je bij 13.553.342) en ik vraag me af hoe lang het ook alweer is geleden dat ik met mijn Vaderdagcadeau de baard heb getrimd. De vingertoppen gaan langs de haren en dan ontdek ik Het Uitstekend Plukje. Het Uitstekend Plukje zit vlak onder mijn rechteroor. Een pluk haren van bijna één centimeter lang en daarmee twee keer langer dan de rest. Uit-stekend dus. Die pluk is verdubbeld, breng ik in gedachten mijn ervaring samen met het gebabbel van de meneer.

Vanaf dat moment vergeet ik te kuchen, schrapen, sleutels te zoeken, Smintjes hoorbaar te kauwen en in gedachten de meneer voor me tegen te spreken. Alle aandacht gaat naar Het Uitstekend Plukje. De vingertoppen van mijn rechterhand kunnen er niet meer vanaf blijven. Ik probeer het, maar mijn invloed over mijn vingertoppen is beperkt.

 

Gisteren ontdekte ik dat er meer mensen zijn met een Uitstekend Plukje. En dat zo’n plukje van een ander me net zo intrigeert als een plukje van mezelf. Ik keek naar Buitenhof en daar was Frans Timmermans. Frans Timmermans heeft een twee-weken-baard en in die baard zit één plukje van tweeënhalve week. Aan de linkerkant, voor de kijkers rechts, iets boven de kaak. Frans heeft een Uitstekend Plukje.

Timmermans zat er bijna een uur lang. Geen moment zag ik zijn vingers naar Het Plukje gaan. Ik vind dat knap en denk dat Frans altijd precies weet waar zijn mobiel en zijn sleutels zijn, nooit kucht en geen Smintjes kauwt. Frans is geen Laurens van Voorst en Laurens van Voorst wordt nooit een Frans.