Columns > De wethouder wil kerriesoep

De wethouder wil kerriesoep

We spelen even dat u kruidenier bent. Dat is een zowat uitgestorven beroep, maar ik durf te wedden dat u zich nu al ziet staan achter een ouderwetse toonbank en dat er dan achter u allemaal schappen staan vol flessen, zakken, pakken en blikken en dat het allemaal ontzettend nostalgisch en dus warm en fijn is.

Niet dat het daarom gaat in dit stukje. Waar het om gaat: u bent kruidenier en u vindt kerriesoep de lekkerste soep die er bestaat. Daarom heeft u wel honderd blikken kerriesoep ingekocht. De klanten in uw winkel houden ook van soep. Maar dan groente.

Dus wat doet u? U gaat de klanten vertellen hoe lekker kerriesoep is. Geen haar op uw hoofd dat erover peinst om ook maar één blik groentesoep in te kopen.

 

Mocht u bovenstaand bedenksel te zot voor woorden vinden: ik was op het congres van de Vereniging van Brabantse Gemeenten. Dat u niet van het bestaan van die vereniging weet, doet er nu even niet toe. Ik was er en had er een plezierige namiddag en avond. Veel goede sprekers, een lekker buffet en veel handen geschud met aardige mensen.

Een onderdeel van het programma was een interactief gebabbel over wat de issues zijn voor Brabant. Er werd, voor we in groepjes uiteengingen, een onderzoek gepresenteerd: het belangrijkste thema voor Brabant is volgens volksvertegenwoordigers, wethouders en burgemeester ‘Het milieu en duurzaamheid’. Ik hoorde het knikkend aan. Daarna vertelde de spreker dat de inwoners er iets anders over denken. De inwoners van Brabant vinden de zorg het belangrijkste thema. Of we daar in groepjes over wilden praten.

Dat wilden we.

 

In mijn groepje zat een wethouder en die wist wat ons, raadsleden en bestuurders, te doen staat. ‘We moeten met de burger in gesprek’, zei ze. Er werd geknikt. Ik knikte mee, want ik wil ook wel weten wat de wensen, verwachtingen en misschien zelfs angsten zijn van die burgers met betrekking tot zorg. En wat gemeenten op dat gebied kunnen betekenen.

‘We moeten met de burger in gesprek en uitleggen waarom milieu en duurzaamheid zo belangrijk zijn’, zei de wethouder. Rechts van me zat ook een gemeenteraadslid. Die schudde zijn hoofd. ‘Mensen zijn apathisch’, zei hij. ‘Politiek boeit ze niet.’

 

Ik had zin in groentesoep.