Columns > De NMB bestaat niet meer

De NMB bestaat niet meer

‘Kan ik bij u contant geld opnemen?’

Er gaat geen dag voorbij of er staat zo iemand aan de balie van De Bank. Wat zeg ik: het gebeurt wel drie tot vier keer per dag. En elke keer hoor ik de dame van de receptie zeggen dat het niet kan. Omdat De Bank geen bank is. De bank zit namelijk niet bij De Bank, maar een deur verder – daar is de bank.

Het bedrijfsverzamelgebouw waar ik werk was ooit een vestiging van de Rabobank en daarom bedacht iemand dat De Bank een toepasselijke naam is.

De naam is leuk en stom.

 

‘Kan ik bij u contant geld opnemen?’ Het is een bejaarde man, die het vraagt. Hij staat kromgebogen tegen de balie en heeft zijn portemonnee uit zijn jaszak gehaald. Daar moet zo het geld in.

‘Nee meneer, dat gaat niet. De bank zit hiernaast. Maar de bank is dicht. Gaat over een half uur pas open. Om één uur.’

Rond de jaarwisseling komen veel mensen bij De Bank die geen bank is kalenders van de bank ophalen. Die zijn gratis voor leden van de bank. Omdat er zo vaak om werd gevraagd, besloten de mensen van de bank om een stapel van die kalenders bij De Bank die geen bank is neer te leggen. Dat is niet handig – zo wordt het idee dat De Bank een bank is versterkt. Soms komt iemand om geld te storten en dan grapt een receptioniste wel eens dat geld storten wel kan, maar opnemen niet. Daar wordt nooit om gelachen.

 

Meneer komt niet voor een kalender en wil geen geld storten. ‘Dus hier kan ik geen geld opnemen?’ Nee, dat kan niet. ‘Dat kan hiernaast. Over een half uur.’

‘De vrouw deed het altijd, geld ophalen’, zegt de man. Hij heeft zijn handen tegen de rand van de balie geklemd, alsof hij er anders tegenaan zou vallen. Dan vouwt hij de portemonnee open. ‘Ik heb pasjes. Deze is toch van de bank?’ De dame van de receptie kijkt en knikt. ‘Ja, die is van de Rabo. De Rabo zit hiernaast. Maar die is nu gesloten. Over een half uur gaat’ – de man heeft nog een ander pasje. ‘Kan het met dit pasje?’

‘Poeh’, zegt de receptioniste. ‘Dat is een oud pasje. De NMB. Die bestaat allang niet meer hoor.’

‘Bestaat die niet meer?’ Ze schudt haar hoofd. ‘De NMB is opgegaan in… In de Postbank geloof ik. Maar die bestaat ook niet meer.’

‘Bestaat de Postbank niet meer?’ ‘Nee, dat is nu ING.’ ‘Daar heb ik geen pasje van. Wel van de NMB. Maar daar kan ik hier ook geen geld mee opnemen?’ De receptioniste schudt haar hoofd. ‘Helaas. Maar wel met dat andere pasje. Hiernaast. Om één uur.’

Hij vouwt de portemonnee dicht en laat hem in zijn jaszak glijden. ‘De vrouw haalde altijd geld’, zegt hij. Hij zegt de receptioniste goedendag en loopt naar de uitgang. De schuifdeuren gaan automatisch open.