Het is zó goedkoop om de toezegging van de wethouder in Loon op Zand af te doen als een xenofobe, stigmatiserende actie. Wethouder Ligtenberg van die gemeente bedacht om kinderen van het speciaal onderwijs te laten begeleiden als ze langs de noodopvang voor vluchtelingen komen. En dat leidde tot een hoop hoon. ‘Het is ook nooit goed,’ verzuchtte de wethouder vanmorgen in mijn ochtendblad.

Hij had er aan toe kunnen voegen dat zijn idee helemaal in lijn is met wat zijn lokale partij eerder heeft beloofd. Citaat: ‘Wij gaan voor een preventief beleid waarbij het vroegtijdig signaleren van risicovolle situaties van groot belang is’. Dat ging dan wel over de Wmo, jeugdzorg en de participatiewet – maar met een beetje goede wil kan de bezoeker van de website van de partij Voor Loon het op het vluchtelingenvraagstuk plakken. (Voor Loon heette tot voor kort trouwens Lijst Loon op Zand, maar de nieuwe naam leek de lokale politici beter – handig als er eens over cao’s moet worden onderhandeld.)

Maar nog belangrijker is dat ze daar in de gemeente Loon op Zand weten waar ze het over hebben. Want juist in díe gemeente hebben inwoners helaas ervaring met geweld door buitenlanders. Niemand die het er nog over heeft, waarschijnlijk omdat het de linkse media niet goed van pas komt, maar afgelopen zomer was het er nog raak. Vijf mensen zijn er toen gearresteerd. Bij het incident werden twee Nederlandse mensen opgenomen in het ziekenhuis nadat ze door buitenlanders met een koevoet waren geslagen.

Met een koevoet, ja. Dat zij uit die buitenlanden met dure mobieltjes de grens passeren, dat wisten we. Maar dat ze in staat zijn een koevoet mee te smokkelen is compleet van de zotte. De grenzen moeten dicht en tot die tijd moeten alle buitenlanders goed in de gaten worden gehouden. Hulde aan wethouder Ligtenberg.

Het incident had trouwens niks van doen met de tijdelijke opvang van vluchtelingen in vakantiepark Droomgaard, maar had plaats in een file op weg naar Droomvlucht. Naar de Efteling dus. De mensen met de koevoet kwamen uit België.