Columns > Zoeken en vinden

Zoeken en vinden

Mijn moeder zei het vaak: ‘Onze Laurens kan erg goed zoeken, hij kan alleen niks vinden’.

Er gaat geen week voorbij of ik ben iets kwijt. Onbeduidende dingen, maar ook best belangrijke zaken als een portemonnee vol pasjes, een sleutelbos, de sleutel van mijn auto, visie op de toekomst  of mijn mobiele telefoon. Het leidt steevast tot de verzuchting van mijn vrouw of een van de kinderen dat ik voor dat soort dingen vaste plekken moet bedenken. Waarop ik ze net zo steevast van repliek dien: ‘Daar ligt het niet aan, ik heb voor mijn sleutelbos wel twintig vaste plekken’.

 

Afgelopen weekeinde kwam ik in de supermarkt in het dorp iemand tegen zoals ikzelf. Het was de jongeman van het brood. Wat zeg ik: het waren twee jongemannen van het brood.

Mijn bestelling: vier stokbroden – twee wit, twee bruin. Gesneden. U begrijpt, er was in huize Van Voorst wat te vieren.

Met dat snijden ging het mis. Een stokbrood past namelijk niet in de broodsnijmachine. Die moet eerst in twee stukken worden gesneden en dat doen de jongemannen van mijn supermarkt met een broodmes. Dat broodmes ligt in een kastje.

De eerste jongeman bukte, deed het kastje open, keek naar links, keek naar rechts en schoof iets dat links lag naar rechts. Geen mes. ‘Misschien achter.’ Ook achter geen mes.

Daar was jongeman twee. Of hij wist waar het mes was. ‘In het kastje.’ Jongeman twee bukte, deed het kastje open, keek naar rechts, keek naar links en schoof terug naar links wat even rechts had gestaan. Nog steeds geen mes. ‘Misschien achter.’

 

‘Dan doen we het maar zo’, zei jongeman een en brak het brood bijna katholiek in tweeën.

En daar was jongeman drie. ‘Weet jij waar het mes is?’, vroeg jongeman een. ‘In het kastje’, zei jongeman drie. Hij bukte, deed het kastje open, pakte het mes en gaf het aan jongeman een. Die inmiddels op zoek ging was naar een zak om de sneetjes stokbrood in te doen.