Ze kunnen niet wachten om me te zien
Mijn bril is stuk. Per abuis niet op maar naast het nachtkastje gelegd. ’s Morgens uit bed gestapt. Eén voet op de zachte vloerbedekking, andere voet op de harde bril.
Bij de brillenwinkel begrijpt mevrouw de brillendeskundige me helemaal. Dat ik eigenlijk bijna exact hetzelfde montuur wil, dat de glazen nog in tact zijn en dat ik dus alleen een nieuw montuur koop. ‘Binnen een week zitten uw oude glazen erin. Bespaart een hoop geld ook.’ En of ik toch mijn ogen nog even wil laten meten, vraagt mevrouw. Dat wil ik best.
‘Scheelt 0,25. Is niks. Lekker die oude glazen houden. Groot gelijk.’ Ik zei al: bij de brillenwinkel begrijpt mevrouw de brillendeskundige me helemaal.
Een week later ontvang ik een sms-je en een mailtje. Tegelijkertijd. ‘We kunnen niet wachten om u te zien’, lees ik. Met daaronder de mededeling dat de brillenwinkel goed nieuws heeft. Want mijn bril is klaar.
Nietes.
In de winkel is er dit keer een andere mevrouw. En die begrijpt me ook helemaal. Ze begrijpt dat ik mijn bril kom ophalen. Maar dat die bril niet klaar is. ‘Uw glazen passen niet in het nieuwe montuur. Het zit in het tussenstukje. Kijk maar. Dat past nooit. Ziet u?’
Nou kan ik gaan grappen dat ik het niet zie omdat ik geen bril meer heb. Dat is koddig en gelogen – ik loop al een week met een miskoopbril van een paar jaar geleden. Prima glazen, spuuglelijk montuur. Een kleindochter van zes zei: ‘Mooie bril, maar niet op jouw hoofd’. Waarna haar driejarig zusje besloot dat ze er precies zo over denkt.
Terug naar de mevrouw van de brillenwinkel. Die vertelt dat ik dus echt nieuwe glazen moet. En dat het sowieso beter is, want mijn ogen zijn behoorlijk verslechterd sinds de vorige pril. ‘0,5 bij elk oog. Dan moet u echt een nieuwe bril hoor.’
– ‘Maar uw collega zei…’
‘Overigens had ik uw vandaag vast nog gebeld hoor om te vertellen dat de bril nog niet klaar is.’
– ‘Maar ik kreeg dus het bericht dat ie wel klaar is.’
‘Dat denk ik niet. U kreeg vast een track-and-trace-bericht.’
– ‘Een track-and-trace..?’
‘Dat u kunt volgen hoe ver ze met uw bril zijn.’
– ‘Nou nee hoor. Er staat dat u niet kunt wachten mij te zien. En daaronder: Goed nieuws! Dat mijn nieuwe bril klaarligt in de winkel. Stralend opgepoetst staat er zelfs bij.’ Ik kijk naar mijn oude kapotte bril, die met een kromme gammele poot wat sneu tussen mevrouw en mij in ligt te niksen. De glazen zijn vies. Ik lees voor wat er daarna nog komt: ‘Dan stellen we hem nog even perfect voor u af.’
‘De negentiende is ie klaar. Maar vast eerder. We sturen u dan een bericht.’
– ‘Dat u niet kunt wachten me te zien.’