Columns > Wij zijn niemand

Wij zijn niemand

‘Hoe blijf ik interessant in zo’n oninteressante omgeving?’ Er komen nog wat wazige zinnen achteraan, maar het is bijna het slot van het interview dat de Volkskrant afgelopen weekeinde publiceerde over en met Thierry Baudet.

Baudet zit in de Tweede Kamer en vraagt zich volgens het dagblad af hoe hij interessant kan blijven. Hij vraagt zich niet af hoe hij idealen kan verwezenlijken, Nederland of de rest van de wereld wat mooier kan laten kleuren – hij vraagt zich af hoe hij interessant kan blijven.

Mocht u op hem en/of zijn Forum voor Democratie hebben gestemd: lees de vorige alinea’s alstublieft nog eens terug.

 

Wie doorbladert, valt enkele pagina’s verder in een interview met Sharon Gesthuizen. Gesthuizen was ook ooit Tweede Kamerlid. Gesthuizen vroeg zich geen moment af hoe ze interessant kon blijven. Gesthuizen streed voor idealen en legde het af tegen partijbonzen, politbureau en andere lieden die haar partij belangrijker vonden dan waar die partij voor zou moeten staan. Gesthuizen liet geen vleugel haar kantoor in hijsen, zoals Baudet deed. Gesthuizen vroeg zich niet af hoe ze interessant kon blijven, want Gesthuizen had het te druk met knokken voor oprechte idealen. Op de vraag of het werk van een volksvertegenwoordiger leuk is, zegt ze tegen de Volkskrant: ‘Leuk? Het was niet leuk! […] De vraag duidt erop dat je niet veel begrijpt van de intrinsieke motivatie van een politicus om iets voor de samenleving te willen doen.’

 

Ik las als een bezetene wat Gesthuizen nog meer te melden had. Bladerde terug, naar het verhaal over Pianoman (‘Ik vind het eigenlijk wel leuk, dat excentrieke’). En weer verder, naar Gesthuizen.

 

Daarna ging ik naar de website van het lokale partijtje waar ik bij hoor. Ik zocht naar de bezoekcijfers van de website. Ik las de goed doorwrochte verhalen over zorg, werkgelegenheid, lokale democratie, woningbouw en duurzaamheid en zag hoe de meest wezenlijke verhalen de minste lezers trekken.

Mocht u denken dat die partij van mij onhandig, contraproductief of zelfs stom bezig is: lees Gesthuizen. Lees dat het werk van een volksvertegenwoordiger niet leuk is en ook niet als leuk bedoeld is. Dat het vragen naar de lol erop duidt dat ‘je niet veel begrijpt van de intrinsieke motivatie van een politicus om iets voor de samenleving te doen’.

 

Thierry Baudet weet wat het is om niet begrepen te worden. Zijn ouders bijvoorbeeld, lees ik in de Volkskrant, ‘hadden moeite met mijn talenten’. En verder vindt Baudet dat hij, ik citeer wederom, niemand kwaad doet.

Mocht hij daar gelijk in hebben: u, ik en ons land: samen zijn we niemand. En dus doet Baudet ons kwaad.