Vrienden
Op school merkte ik al dat docenten me niet echt serieus namen. Hier en daar was er eentje die me ronduit afzeek, maar de meeste leraren speelden betrokkenheid en lieten me keer op keer zakken als een baksteen. De leraar Nederlands gaf me bijvoorbeeld altijd onvoldoendes voor mijn opstellen en ik wist zeker dat het onterecht was. Ooit heb ik mijn opstel geruild met die van een klasgenoot die doorgaans hoge punten haalde voor opstellen – ik kreeg weer een onvoldoende, hij een 7.
De leraren moesten me niet.
Bij de meisjes deed ik het best goed, maar hun ouders zagen me ook niet zitten. Eén keer zei een vader het eerlijk en bot, recht in mijn gezicht. ‘Jouw soort staat me niet aan.’ Dat meisje en ik zagen elkaar nog een maand of wat stiekem, maar uiteindelijk is ze gezwicht voor de druk van haar ouders. En ik was gek op haar. Echt.
Na mijn mbo-opleiding lukte het me niet om op mijn niveau een baan te vinden. Ik zag hoe studiegenoten met beroerdere eindlijsten en minder werklust wel aan werk kwamen. Uiteindelijk vond ik een baantje bij een schoonmaakbedrijf. Waar ik steevast de meest beroerde werkroosters kreeg. Met de betaling ging er nogal eens wat mis. Toen ik daarover klaagde, kreeg ik te horen dat het altijd hetzelfde was met mensen zoals ik. En dat ik niet meer hoefde te komen.
De lust om opnieuw te solliciteren zakte me in de schoenen. Wat weer een hoop gedoe opleverde met de sociale dienst. Het was een trieste tijd. Eenzaam, arm en met een hoop ingeslikte verbittering.
Sinds kort gaat het beter met me. Ik heb nieuwe vrienden. Ze snappen me, want ze zaten ooit in dezelfde positie als ik. Die nieuwe vrienden vertelden me dat ik wel degelijk de moeite waard ben. En ze leerden me dat ik mijn verbittering niet moet inslikken. Dat ik best bloedlink mag zijn. Op die leraren van destijds, die ouders van die meisjes, die werkgevers die me afwezen en die van dat schoonmaakbedrijf die me belazerden. Ik mag verdorie woest zijn. Die vrienden van me zijn het ook. Ze snappen me. En ik snap hen. Ik ben weer iemand.
Nu nog leren omgaan met die Kalasjnikov die ze me gaven.