Columns > Voorst.nl was ooit van mij

Voorst.nl was ooit van mij

Dat jubileum van Sprinkels hq is akelig stil voorbijgegaan. Diverse virtuele felicitaties en een veldboeket, dat was het. Een niet onbelangrijke reden: pas de middag voorafgaand aan de officiële jubileumdag schoot het door mij heen. Dat die eerste februari 2017 precies 25 jaar was nadat ik een telefoonlijn vanuit de meterkast doortrok naar de zolder en voor mezelf begon.

Wat ook niet hielp: LinkedIn had bedacht dat het 25-jarig bestaan een maand eerder was. Vraag me niet waarom, ik heb echt jaren geleden ingetikt dat ik op 1 februari 1992 op die zolderkamer was begonnen. ‘Communicatiebureau Bukken Voor De Was’, noemde mijn eerste klant die praktijk voor tekst, pr, communicatie en zo meer.

 

Dan dat andere jubileum. De eerste website van Nederland werd in 1992 gelanceerd en was toen de derde in de wereld. Ik grijp het heugelijke feit graag aan u te vertellen dat de voorganger van Sprinkels hq, Van Voorst Communicatie, in 1995 er al bij was met ook een eigen website. Helemaal in eigen huis gemaakt door de allereerste medewerker van dat bureau. Die was eigenlijk tekstschrijver, maar had eerder dan ik thuis een internetverbinding.

‘Ik was vannacht in het Witte Huis’, kwam hij dan ’s morgens op het werk. Hoe dat dan ging, vroeg ik. Een maand of twee later was voorst.nl een feit. Een site met louter tekst. Behalve dan op de pagina Contact – daar was een envelopje zichtbaar dat zichzelf dichtvouwde. ‘Ergens vandaan geplukt. En maak je niet druk, kraait geen haan naar.’

 

Wie nu voorst.nl intikt, komt op de website van de gemeente Voorst. Dat zit zo. Juist toen door het clubje van Van Voorst Communicatie eind twintigste eeuw was bedacht dat de naam Sprinkels hq beter voldeed, hing de gemeentesecretaris van Voorst aan de telefoon. Of ik de domeinnaam Voorst.nl niet wilde verkopen.

Ik moest op mijn tong bijten om niet juichend te laten weten dat dit verzoek me wel héél goed uitkwam. Ik haalde diep adem, verlaagde mijn stem en zei zo kalm mogelijk als ik maar kon acteren: ‘Poeh, daar moet ik even over nadenken.’

Dat even duurde een minuut of vijf en toen deed ik mijn bod: 5.000 gulden. ‘Deal’, zei de gemeentesecretaris. Twee weken later was het overzetten van het domein rond en ontving ik een brief van de burgemeester himself. ‘Hartelijk dank voor uw bijzonder coulante opstelling’, schreef hij.

Dat had hij niet moeten doen.