Voor mijn kinderen
Dit is voor mijn kinderen. En voor mijn toekomstige kleinkinderen.
De dreiging van onderdrukking, racisme, fascisme en daaraan verwante gruwelijkheden ligt op de loer. Vanaf 1945 tot een jaar of vijf geleden dacht ik dat het niet nodig was om op 4 mei steeds maar weer te mijmeren over ‘Nooit weer’ – we hadden die EU opgericht, zodat Frankrijk en Duitsland geen ruzie meer zouden maken en we wisten allemaal waar nationalisme toe kan leiden. Dacht ik. Maar ze zijn weer uit hun holen gekropen, de nationaalsocialisten, NSB-ers en andersoortige bandieten. Met nieuwe namen en nieuwe zondebokken. En dus is het tijd om herinneringen op te halen.
Ik heb ze niet persoonlijk, want ben van 1960. Maar ik ben wel de zoon van een man uit 1921. Die was niet joods, homo of zigeuner en dus is zijn verhaal minder indrukwekkend dan van veel anderen. Hij is ook nooit naar een werk- of concentratiekamp gestuurd.
Maar het is wel zijn verhaal. En persoonlijke verhalen doen het beter dan grafieken over zes miljoen Joden die zijn omgebracht en andere abstracte data. Hier komt dus zijn verhaal. Lees het en weet dat er tig verhalen zijn die indrukwekkender zijn. Maar dit is wel het verhaal van jullie opa en, ongeboren kleinkinderen, overgrootvader.
Ik kijk zelden naar documentaires of speelfilms die over de Tweede Wereldoorlog gaan. Van Schindlers List heb ik alleen de trailer gezien – een rood jasje op een stapel kleren. Ik heb in Krakau zijn fabriek gezien. Van de buitenkant, ik wilde er niet in.
Dat komt door jullie opa. Die kon niet tegen oorlogsfilms.
Opa woonde in de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog in Nijmegen. Nijmegen is gebombardeerd door de Engelsen. Hoe dat precies kwam is nogal ongewis – in het beste geval was het een vergissing. De vliegeniers dachten dan dat ze al in Duitsland waren. Opa heeft toen na dat bombardement met lijken gesleept. Hij had het er heel soms over. De eerste keer dat hij er echt over sprak, was een week of twee voor zijn dood. Toen ging hij ineens tekeer over de Engelsen. ‘Is het nou zo moeilijk om te zien boven welke stad je vliegt?’
Maar indrukwekkender is het verhaal van opa in het verzet. Nou ja, verzet. Opa werkte enige tijd bij de Nederlandse Spoorwegen, ook in Nijmegen. En daar heeft ie ooit een trein onklaar gemaakt. Dat deed hij omdat die trein van het Duitse leger was.
Opa deed dat onhandig. Waarschijnlijk heeft hij heel nerveus om zich heen gekeken en zag iemand dat hij verdachte dingen deed. En die iemand was van het Duitse leger, een NSB-er of iemand die vond dat plicht gewoon plicht was. Hoe dan ook, opa werd verraden.
Hij werd gearresteerd en naar Scheveningen overgebracht. In Scheveningen was het Oranjehotel. Zoek het maar eens op internet op. Dan kunnen jullie lezen dat daar mensen werden opgesloten en berecht die zich verzetten tegen de bezetters. Opa was dus zo iemand.
Opa heeft daar de meest vreselijke nacht van zijn leven gehad. Hij zat in een cel en hoorde dat er mensen werden doodgeschoten en hij wist niet beter of hij zou zelf heel binnenkort aan de beurt zijn. Opa heeft toen een brief geschreven aan zijn vader, stiefmoeder (zijn eigen moeder overleed een jaar of wat na zijn geboorte en dat is een verhaal op zich) en aan zijn zus en halfzussen en halfbroers. Een afscheidsbrief, want opa was ervan overtuigd dat hij zou worden doodgeschoten.
Opa was toen 21 of 22. Dat is wat, als je zo jong bent en een kwartiertje of wat aan een treinstel hebt zitten knutselen en ervan overtuigd bent dat je vermoord wordt.
De ochtend na die nacht vol zweten en huilen en een brief schrijven, werd opa naar een commandant gebracht. Mijn vader begreep niet heel goed wat er gezegd werd, want er werd alleen maar Duits gesproken en dat verstond hij niet. Er kwamen ineens drie Duitse militairen binnen en die legden papieren op het bureau van de commandant en toen moest opa met die drie mannen mee.
Opa moest in een auto stappen en met de drie mannen in uniform reed hij het terrein van het Oranjehotel af, Scheveningen uit en daarna Den Haag uit. De auto ging langs Gouda, Utrecht, Wageningen en nog wat andere plaatsen en stopte uiteindelijk voor de deur van het huis van de vader van opa, het huis van mijn opa dus. ‘Stap maar uit, Henk’, zei één van de mannen. Hij zei het in het Nederlands. Wat zeg ik, hij zei het in Achterhoeks dialect. Opa kwam uit de Achterhoek.
Opa stapte uit, de auto reed weg en opa heeft die drie mannen nooit meer gezien.
De verhalen van mensen die zich achter een boekenkast verborgen hielden voor nazi’s zijn indrukwekkender. Net als de getuigenissen van mensen die crepeerden in Auschwitz of Birkenau. Maar dit is het verhaal van jullie opa en jullie opa is getekend door de oorlog. Hij werd er bijvoorbeeld pacifistisch van – zijn kinderen kregen nooit speelgoedpistooltjes of speelgoedsoldaatjes en zelfs een tik op de vingers ging hem te ver. Opa was wars van elke vorm van geweld.
De tijden van weleer komen niet meer terug. Want de geschiedenis herhaalt zich nooit exact. En dat is juist het verraderlijke. Moslimhaat ziet er anders uit als jodenhaat. De PVV ziet er anders uit als de NSB. En een internetverbinding is geen Duitse trein. Daarom wil ik jullie vragen: staar je niet blind op verschillen, maar wees alert.
En geef jullie kinderen geen speelgoedpistooltjes.
(Volgens mij heb ik dit allemaal op deze plek al eens vaker opgerakeld. Maar volgens mij is het ook veel vaker 4 mei geweest en daar hoor je ook niemand over)