V&D
Mijn ouders kochten begin jaren tachtig een bank bij V&D. Dat was niks bijzonders, want mijn ouders kochten zowat alles bij V&D. Een jaar of tien later liet het stiksel los, belde mijn vader met de klantenservice en kwam er iemand langs om de boel te repareren. Gratis. Mijn vader was er van onder de indruk en vertelde het jarenlang aan iedereen die het maar horen wilde. Dat de V&D na twaalf jaar gratis kwam repareren. Je, echt waar, na vijftien jaar. Je verwacht het niet, dat ze na twintig jaar gewoon nog steeds service verlenen. Tjonge, die V&D – en dat met een bank die al 25 jaar oud was.
Ik ben de jongste van een gezin van vier en mijn moeder nam elk jaar wel één van de kinderen mee naar De Stad. Met lijn 6 van onze Tilburgse buitenwijk naar het centrum en dan linea recta naar de V&D. Daar werd alles gekocht wat er maar gekocht moest worden. De Stad, dat wás V&D. Geen idee wat al die andere winkels in dat voetgangersgebied deden.
‘En dan gaan we dadelijk naar de lunchroom en dan gaan we daar wat gebruiken’, beloofde mijn moeder op de heenweg. ‘Wat gebruiken’ was een nette manier van zeggen dat ik gebak met frisdrank kreeg. En terwijl ik peuzelde aan het chocolade schuitje met slagroom er in en stukjes fruit er op, liet ze me beloven dat ik het mijn broer en zussen niet zou vertellen. Dat ik maar begreep dat ze dit alleen met mij deed.
Sorry, broer en zussen.
Zo heel nu en dan ving mijn moeder bot bij de V&D. Ik herinner me dat ze op zo’n zaterdagmiddag, nadat we Iets Hadden Gebruikt, fluisterde dat we dadelijk naar de Hema zouden gaan. Misschien dat ze daar wel hadden wat mijn moeder zocht. Even later leek ze dat alweer vergeten. Ik stootte mijn moeder, zoekend in bakken naar het een of ander, aan. ‘Mam, we zouden toch naar de Hema?’
Mijn moeder verstijfde, siste dat ik mijn mond moest houden en keek schielijk om zich heen of iemand van de V&D had gehoord dat ik hardop de naam van een andere zaak had genoemd.
Het had iets van doen met respect voor de trotse medewerkers daar. Die van V&D waren zo verbonden met het warenhuis waar ze werkten, dat mijn moeder ze graag in de door haarzelf bedachte waan liet dat er geen ander warenhuis bestond. Mijn moeder zou ook nimmer met een plastic tas, van welke andere winkelketen dan ook, de V&D binnenwandelen.
Ik ga morgen weer naar de V&D. Heb ergens nog een cadeaubon van die zaak liggen. En die moet snel ingeleverd.