Columns > Uit de tijd

Uit de tijd

Het was ergens begin deze eeuw dat een Nederlandse televisieploeg een bezoekje bracht aan Adriaan de Groot. Mocht u even niet meer weten wie Adriaan de Groot is: hij bedacht in de jaren zestig de Cito-toets.

Of meneer De Groot niet heel trots was, dat ruim veertig jaar later die toets nog steeds werd gebruikt door zowat alle basisscholen. Nee, meneer De Groot was niet trots. Boos liet de professor weten dat het belachelijk was dat nog niemand zijn toets bij het oud papier had gezet en iets had bedacht dat aansloot bij de inzichten die sinds de jaren zestig volgens De Groot toch echt ontwikkeld hadden moeten worden. Zijn eigen test noemde hij compleet uit de tijd.

Het was een prachtig interview. Een man, de 90 gepasseerd, die zelf-relativerend en wars van ijdelheid wenst dat de tijd hem zou inhalen. Ik zie het lieden als Henk Krol, Louis van Gaal en mezelf nog niet doen als ze stokoud zijn.

 

Ik ben dat interview, toch al meer dan tien jaar oud, nooit vergeten. En ik had besloten dat die Citotoets een rare uitzondering was. Want denkt u maar eens terug aan 1970 of zo en bedenk alle nieuwigheden die er toen waren. Is er behalve de Cito-toets iets dat nog steeds bestaat?

Mijn vader reed in een VW Kever, in de gang hing een telefoon met draaischijf van bakeliet en vier huizen verder woonde iemand met een abonnement op het dagblad De Tijd. Allemaal verdwenen, vervangen, voorbijgestreefd.

 

En toen stuurde mijn oudste zoon, aanstaand vader zoals trouwe lezers weten, via nieuwerwetse app een foto van de stoel die hij voor zijn toekomstig kind heeft gekocht. Een zogeheten Tripp Trapp-stoel. Ik keek naar de foto en dacht heel even dat het een krijgertje was. Een cadeau van mijn vrouw en mij aan hem. Want die zoon, inmiddels 27, had als driejarige op precies zo’n stoel gezeten.

Vergissing. Het is een nieuwe stoel. Een nieuwe stoel, die er exact zo uitziet als die van ons in 1990. Een nieuwe stoel, die er ook exact zo uitziet als de eerste Tripp Trapp in 1972. Toen werd die stoel bedacht. Een ‘iconisch design’, ronkt de producent 45 jaar later op internet. Met nog steeds verstelbare zitplank en voetenbank, nog steeds gemaakt van beukenhout en inmiddels leverbaar in verschillende kleuren.

De ontwerper, vond ik op datzelfde internet, is de Noor Peter Opsvik. Hij is nu 78. Ik stel voor dat iemand hem eens gaat interviewen en vraagt of ie trots is dat mijn zoon dezelfde stoel kocht die zijn vader kocht en zijn grootvader bijna had kunnen kopen.

Ik hoop dat Peter Opsvik dan zegt dat het belachelijk is. ‘Compleet uit de tijd, die stoel.’