‘U moet blazen, wethouder’
Dit zijn drie pagina’s uit ‘Lijsttrekker – Ab gaat in de politiek’. Lijsttrekker is vanaf 11 juli te bestellen bij Boekscout en vanaf 27 juli bij alle online boekhandels in Nederland.
Thieu parkeert even later de wagen op instructie van wethouder Ab pal voor de deur van het stadhuis. Een ambtenaar komt naar buiten om te zeggen dat het niet de bedoeling is dat die auto daar blijft staan. ‘We hebben ruime parkeergelegenheid,’ wijst hij naar het parkeerterrein. ‘Gratis.’
Ab hoort het niet meer, want staat al bij de balie. In zijn hand het Samsonite zakenkoffertje met daarin het inmiddels lege heupflesje, een Mars, een Bifi worstje, een doosje Smint, een balpen, een sinaasappel en de Playboy die hij zojuist op de achterbank doorbladerde. Daar bij de receptie treft hij andere wethouders en hoopt hij dat ze zagen dat hij met auto-met-chauffeur deze kant op is gekomen. Als niemand er wat van zegt, vertelt hij zelf hoe fijn het is om gereden te worden. ‘Ik kon de stukken van de vergadering onderweg nog even doornemen.’ Hij tikt op zijn Samsonite.
Zijn collega van buurgemeente Eemond kijkt hem verbaasd aan. ‘Er zijn toch geen stukken voor vandaag? We hadden toch afgesproken dat we zonder agenda zouden brainstormen over de uitdagingen binnen het sociaal domein? En over hoe wij als bestuurders van betekenis kunnen zijn? Over hoe we in de race zitten?’
Ab voelt dat hij dreigt te gaan blozen, maar vermant zich snel. ‘Ja, maar dan lees ik dus stukken die me inspireren voor de brainstorm. Boeiend verhaal gelezen in een van de vele vakbladen die ik op dat gebied lees.’ Hij tikt nog eens op het zakenkoffertje.
Ze gaan met de lift naar de vierde etage. Juist omdat iedereen zwijgt, valt het geluid van de heen en weer rollende sinaasappel in het koffertje extra op. ‘Altijd fijn als er tussen al het inspirerende papier nog plek is voor een stuk fruit,’ zegt de wethouder van Eemond. Hij knipoogt naar zijn collega van Rijndrecht. Die minzaam glimlacht. Het ontgaat Ab niet.
‘Ik heb ook Positieve Gezondheid in mijn portemonnee,’ zegt Ab. Hij verbetert zich snel. ‘Portefeuille. In mijn portefeuille.’
De brainstorm in een van de spreekkamers op de vierde etage begint met een lange inleiding door een ingehuurde gespreksleidster. Zij vertelt over hoe de bestuurders alle beslommeringen van de afgelopen dagen en week moeten loslaten, dat ze even niet denken aan nota’s, beleidsvisies en raadsinformatiebrieven. Ab knikt enthousiast, want hij kan dat goed, niet denken aan wat voor paperassen dan ook. De dame vertelt dat hij en zijn collega’s in plaats van denken aan beslommeringen moeten focussen op waar het in het werk van de wethouders sociaal domein ‘nou echt om gaat.’ En dat iedereen nu in een kring moet gaan staan en dat iedereen de ogen moet sluiten en moet aarden. ‘We beginnen bij de voeten. Voel de voeten. Voel hoe de voeten de grond raken,’ klinkt het zacht en zelfs een beetje zwoel. ‘Maak de voeten zwaar. En ga dan omhoog. De enkels. Voel de enkels. Voel…’
Er wordt geklopt. Alle ogen gaan open en richten zich op de deur. Daar staat een man met een pet in zijn hand.
‘Wethouder Zwartjes… Ik moet de auto verzetten. Maar…’
Wethouder Ab kijkt geïrriteerd naar de bode in de deuropening. ‘Je verstoort een belangrijke meeting,’ zegt hij.
Thieu kijkt even naar de punten van zijn schoenen. ‘U moet blazen, wethouder. Er zit een alcoholslot op. De auto kan pas worden gestart als u blaast. Komt u even?’ Niemand die nog denkt aan zware voeten en enkels.
Ab kucht nerveus en zegt dat er sprake moet zijn van ‘een raar misverstand.’ ‘Ik loop wel even mee.’ Tegen de wethouders in de kamer, die dankzij de interventie nu dus helemaal niet meer denken aan nota’s en raadsinformatiebrieven, zegt hij: ‘Zo terug.’
Het is een uur of wat later als Thieu elke ambtenaar op het gemeentehuis die het maar horen wil, vertelt dat hij prima zelf had kunnen blazen. ‘Maar ik ben hier dus heel principieel in. Het is zijn auto met zijn alcoholslot en dus moet hij blazen.’ De wethouder had geblazen en op een schermpje verscheen de boodschap dat meneer de wethouder te veel alcohol in zijn bloed had. De wethouder had Thieu gevraagd of hij dan niet kon blazen, want hij was immers de chauffeur. Waarop de bode had geantwoord dat hij al over de schreef was gegaan door te chaufferen, omdat dit nu eenmaal niet in zijn functieomschrijving staat. Dus kwam bij Thieu niet aan met blazen in iets wat niet van hem was.
En daarom moest een bode van de gemeente Leeuwerdam een bedrijf bellen om de auto op te takelen en naar het gemeentehuis van Beekland te rijden. Met voorin behalve de takelmeneer ook Thieu. Voor Ab was geen plaats in de takelwagen. Hij zat in zijn opgetakelde auto. Voorin dit keer.
Thieu vertelt hoe op de vierde etage de wethouders van Rijndrecht, Leeuwerdam, Eemond en nog wat andere gemeenten van de regio zowat met hun neuzen tegen het raam hadden staan kijken hoe de takelwagen met de auto van wethouder Ab en met Ab in die auto het parkeerterrein afreed. En dat de wethouder er niet over piekerde om terug te gaan naar die o zo belangrijke meeting. ‘Ik weet wel hoe zwaar alles in mijn lijf voelt,’ had hij gezegd toen hij in zijn auto stapte. ‘Daar heb ik die brainstorm niet voor nodig.’
Thieu besluit het voorval vooral aan Sjan van PZ te vertellen. Want Sjan van PZ is Sjan Boom, de zus van Arend Boom en Arend is behalve columnist bij Het Kerkklokje daar ook verslaggever, eindredacteur, hoofdredacteur, hoofd advertenties, directeur, coördinator bezorging en ook wel eens bezorger als er eens een puber het vanwege regen laat afweten.