Tony
Een dijenkletser is het niet, maar mijn vader mocht het toch graag en dus vaak vertellen. Over die collega van hem die, vlak na de oorlog, zo vaak pissig was op zijn baas. Hij vertelde mijn vader hoe hij weer eens een opdracht had gehad waar van alles mis mee was. Waarop de collega tegen mijn vader zei: ‘Ik zei: verrek maar. Dacht ik’.
Voor wie de clou mist: de collega wilde graag stoer zijn baas de waarheid zeggen, maar kwam bij gebrek aan lef niet verder dan wat kwade gedachten. Hij zei niet ‘Verrek maar’, maar bedacht hoe het was geweest als hij het wél had gezegd.
De nog laffere versie van de man die niet tegen zijn baas op durfde te staan, heet Tony van der Meulen. Die liet zich als hoofdredacteur van het Brabants Dagblad koeioneren door Wegener-baas Joop Munsterman en zei er pas wat van toen die man wat banen en nevenfuncties verder struikelde over FC Twente. Zo ongeveer heel Nederland weet wat voor zooi die Joop er bij die voetbalclub van maakte. De man durft bijkans de deur niet meer uit, wetende dat velen hem op straat na zullen wijzen. ‘Psst, dat is hem dus, die Joop die niks kan.’
‘Het is een vorm van beschaving en goede smaak om iemand die van zijn troon of sokkel is gevallen niet een trap na te geven’, begint Tony vandaag zijn column in de krant. Om vervolgens te melden dat hij een uitzondering gaat maken. Tony weet namelijk slechte dingen over Joop die u nog niet weet. Dat komt omdat Joop ooit de baas van Tony was. De voorvallen die bij de vertrouwelijkheid van een arbeidsrelatie hadden moeten blijven, Tony deelt ze maar wat graag met u. Want voor beschaving moet u vandaag even niet bij Tony zijn.
En zo leest u dat Joop een ‘aalgladde grootvorst’, ‘keiharde potentaat’ en ‘fantast’ is. En wist u dat Joop een huis had of heeft dat zo groot is dat Joop zelf niet eens weet hoeveel kamers het telt? Het is me er eentje, die Joop.
Die column van Tony, vandaag in de krant, had korter gekund. ‘Ik zei tegen Joop, je bent een potentaat, fantast en aalgladde grootvorst. Dacht ik.’