Columns > Schuldhulpmaatjes

Schuldhulpmaatjes

Met mijn hondje wandelde ik langs het kanaal, toen ik plots iemand om hulp hoorde roepen. Er spartelde een man in het water. ‘Help! Ik verdrink!’ Ik kan zwemmen en weet zelfs best wat van reddend zwemmen. Alleen kwam het er nooit van om meer dan zwem-diploma A te halen, laat staan een diploma reddingszwemmen. Maar dat kon me nu even niets schelen. Ik aarzelde geen moment en rende naar de waterkant. Juist toen ik in het water wilde springen, greep iemand me bij mijn schouder.

‘Bent u daar wel toe bevoegd? Hebt u daar wel een diploma voor?’

Als u mensen wilt helpen, hoed u voor instanties en organisaties die met dure diploma’s en certificaten wapperen. Hoed u bijvoorbeeld voor SchuldHulpMaatjes. Die club is bedacht door de Nederlandse kerken. De kerken bedachten eerder al het aderlaten, het verbranden van mensen die verdacht werden van hekserij en, ook niet mis, ze bedachten god.

Voor de Nederlandse kerken heeft schuldhulpverlening niks van doen met het verhaaltje van barmhartige Samaritanen of zo – welnee, het is een ‘business case’. Of, zoals strak-gepakte managers van bedrijven dat tegenwoordig noemen: een verdienmodel.

Wie als vrijwilliger mensen wil helpen om grip op hun bijna lege knip te krijgen, kan daar bij de o zo oecumenische dominees en pastoors een cursus volgen. Dat kost duizend euro, maar dan kun je ook een jaar lang mensen leren dat ze die blauwe enveloppen wél moeten openmaken en hoe ze een kasboekje moeten bijhouden. En waar de sociale dienst zit voor extra hulp. Na een jaar moet u ophouden met die adviezen, tenzij u een herhalingscursus volgt. Voor 350 euro mag u weer een jaar lang goed doen. Een koopje.

Als u dat toch te duur vindt, dan kunt u er voor kiezen om mensen in nood aan hun lot over te laten. ‘Sorry hoor, ik ben niet gediplomeerd.’ Of u doet, wat nogal wat welzijns- en vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers doen: u bedenkt een andere naam voor schuldhulpmaatje. U noemt uzelf een geldmaatje of, zoals in mijn dorp, budgetmaatje. Dat scheelt u een hoop geld en zorgt ervoor dat mensen toch worden geholpen. De duizend euro cursuskosten die u bespaart, zou u kunnen gebruiken om de ergste geldnood bij cliënten te verhelpen.

Helemaal eerlijk is het niet, want het is een beetje alsof u goedkope onderbroeken maakt en er zelf de naam Björn Borg opstikt. Mocht u er gewetenswroeging van krijgen: tien weesgegroetjes, één rozenkans en een keer biechten bij meneer pastoor.