Columns > Raak de geschiedenis aan

Raak de geschiedenis aan


Mijn vader, geboren in 1921, vertelde me ooit dat er in zijn kindertijd een vliegtuig over zijn dorp, Angerlo, vloog. Dat was zo bijzonder, dat een bedlegerige buurman door vier mannen uit diens huis werd gedragen en hij vanuit dat bed omhoog kijkend dat wonder van techniek over kon zien vliegen.

‘Mensen van mijn generatie hebben grotere veranderingen meegemaakt dan welke generatie dan ook’, vond mijn vader. En toen had Geert Mak nog geen letter geschreven over de eeuw van zijn vader. Mijn vader had ongelijk, maar was dan ook al dood toen internet nog door moest breken.

Mijn vader had nog zo’n anekdote. Over toen radio nieuw was. We gaan terug naar datzelfde dorp, ik gok eind jaren twintig van de vorige eeuw. Een buurvrouw rent via de deel de keuken in en treft daar de ouders van mijn vader. ‘Jullie moeten nu de radio aanzetten. Er was net bij mij een prachtig hoorspel, dus het zal nu wel ongeveer bij jullie beginnen.’

 

Zo bijzonder als mijn vader het vond dat hij de eerste vliegtuigen had zien overvliegen en bijna een halve eeuw later meemaakte dat er mensen op de maan stonden en televisie gewoon was, zelfs in kleur – zo bijzonder vind ik het dat ik bijna veertig jaar tijdgenoot was van de man voor wie vliegtuigen en radio ooit nieuw waren. En dat ik zijn vader nog heb gekend en dat die al 26 jaar was toen Multatuli zijn Max Havelaar schreef.

Het is alsof ik de geschiedenis kan aanraken.

 

Toen mijn opa van vaders kant overleed, was ik 9. Te jong om te beseffen dat ik hem uit had moeten horen over hoe het leven van alledag was aan het einde van negentiende eeuw. Had ik dat wel gedaan, dan had ik mijn toekomstig kleinkind familieverhalen kunnen vertellen. ‘Jouw betovergrootvader heeft, toen hij net als jij zes jaar was, nog eens’ – en zo verder.

Waardevolle, persoonlijke verhalen.

 

Ik moest vandaag twee keer denken aan hoe geschiedenis binnen handbereik is. De eerste keer was toen ik in een krant een interview las met oud-nieuwslezeres Noraly Beyer. Ze vertelde dat haar oma de dochter was van een vrouw die als slavin was geboren. Zoals mensen zeggen die iemand kennen die iemand kennen die in de MH17 zat: dan komt het toch wel heel dichtbij.

Op de stamboom-site van mijn familie ben ik meteen op zoek gegaan naar voorouders die mogelijk tot 1863 aan de verkeerde kant van de lijn stonden. Voorlopig nog niks gevonden, gelukkig. Geen Van Voorsten op plantages in Suriname en zo.

De tweede keer dat ik dacht aan hoe dichtbij het ogenschijnlijk verre verleden is, was vanavond. Robbert Dijkgraaf presenteerde in zijn boeiende reeks documentaires een Amerikaanse mevrouw die wat wetenschappelijks doet met virtual reality. Ze vertelde hoe bijzonder ze het vindt dat zowel haar zesjarig zoontje als haar bejaarde vader zo nu en dan zo’n VR-bril opzetten. Dat diverse generaties tegelijkertijd kennismaken met zoiets innovatiefs.

‘Dit is trouwens de eerste keer in de wereldgeschiedenis dat er vier generaties tegelijk leven’, voegde ze eraan toe. Dat had dan weer weinig met virtual reality te maken, maar het is waar. En het is bijzonder.

 

Ik heb besloten dat ik oud genoeg ga worden om met het kind van mijn nog ongeboren kleinkind over vroeger te kunnen praten. Dat ik dat kind dan uit eerste hand kan vertellen hoe dat was, in de jaren zestig. Dat groot-opa, zo heet een vader van een grootvader, The Beatles nog heeft meegemaakt en hoe dat dan was. En dat ik Bob Dylan o zo vaak zelf heb zien optreden.

Dat wordt dan het moment waarop dat kind vraagt of ik Mozart wel eens persoonlijk heb ontmoet. En hoe dat dan was.