Columns > Raadsbrede beslotenheid

Raadsbrede beslotenheid

In de gemeente Laarbeek voltrekt zich een wonderlijk experiment. De gemeente gaat het daar zonder democratie proberen. ‘Heel bijzonder’, oordeelt hoogleraar Marcel Boogers vandaag in het Brabants Dagblad. Boogers doet dingen op het gebied van innovatie en regionaal bestuur en werkt bij een bureau dat gemeenten adviseert.

Overigens noemen Laarbeek en Boogers het niet ‘het afschaffen van de democratie’. Ze hebben er een ander begrip voor bedacht: de raadsbrede coalitie.

Om te begrijpen hoe dat werkt, eerst even hoe het bij gemeenten in de rest van Nederland gaat. Daar vormt een aantal partijen na de verkiezingen een coalitie. Ze vaardigen wethouders af, die samen met de burgemeester het dagelijks bestuur van de gemeente vormen. Het beleid van die wethouders is door de coalitiepartijen bedacht en opgeschreven in een zogeheten coalitieakkoord.

Die coalitiepartijen hebben na een poosje een zekere neiging tot gemakzucht, arrogantie en het verzwijgen van wat hen niet van pas komt. Daarom is er behalve de coalitie ook de oppositie. Haar taak is het om kritisch te bezien of de wethouders het wel goed doen en om vast te stellen wat er beter kan. De oppositie zoekt naarstig naar fouten in beleid of uitvoering en daar profiteren uiteindelijk de inwoners van. Dankzij die scherpte wordt het bestuur van de gemeente immers beter.

Het is een beetje te kort door de bocht, maar je zou het als volgt kunnen samenvatten: de coalitie zorgt ervoor dat er wordt bestuurd, de oppositie zorgt ervoor dat het ook nog eens goed gebeurt. Samen maken ze de democratie.

 

In Laarbeek hebben ze bedacht dat alle partijen de coalitie vormen. Dat gaat een maand of zes goed, want de raadsleden gaan dat eerste half jaar aan de lokale pers en de kiezers laten zien dat ze helemaal niet gemakzuchtig of arrogant zijn en al helemaal geen zaken onder bestuurlijke tapijten wegmoffelen.

Zo rond oktober is het nieuwe eraf en dan wordt de democratie sluipenderwijs afgeschaft. Dat begint tijdens vergaderingen van het College van Burgemeester en Wethouders. De bestuurlijke vertegenwoordigers van alle partijen wikken en wegen achter gesloten deuren en nemen daar besluiten. Tijdens die vergaderingen, waar geen pers of andersoortig publiek bij is, worden de politieke debatten gevoerd. Fractievoorzitters hebben wethouders ingefluisterd wat ze moeten inbrengen. Of andersom: de wethouders laten de fractievoorzitters weten wat ze hebben besloten en wat er in de raad vervolgens ‘afgetikt’ mag worden. De raad gaat toneelspelend de mitsen en maren daarna in openbaarheid herhalen, om uiteindelijk met algemene stemmen akkoord te gaan met wat al akkoord was.

Na een poos gaat iemand voorstellen om de raadsvergaderingen af te schaffen. Waarop de burgemeester dan zegt dat dit ‘helaas wettelijk niet mag’.

Dit experiment is volgens Boogers dus ‘heel bijzonder’. Hij vindt het verder goed dat Laarbeek zo probeert de politieke cultuur ‘wat minder conflictueus te laten zijn’. Het is alsof een melkboer pleit voor melk met minder zuivel. Politiek en democratie kunnen niet zonder conflicten. Botsende, in openbaarheid geuite, belangen zijn verplichte ingrediënten van democratie.

 

Boogers denkt dat het allemaal wel moet lukken in Laarbeek, lees ik in het slot van het krantenartikel. Ik hoop van niet.