Columns > Onuitstaanbaar

Onuitstaanbaar

‘We willen je tekst graag plaatsen in een magazine voor mensen met kanker. En dan willen we er ook graag een foto bij zetten waarop jij te zien bent. Mag onze fotograaf bij je langs komen?’, vroeg een collega van me aan een jongeman. Die jongeman kan schrijven en heeft kanker. Die combinatie maakt hem geschikt voor een stukje in het magazine dat mijn bureau maakt.

In die foto had hij geen zin. Hij mailde wat plaatjes van zichzelf. Of we het daar maar mee wilden doen. Het waren beroerde foto’s. Nee dus. ‘We sturen toch graag een fotograaf.’ Onbespreekbaar. Resultaat: zijn stuk komt niet in het magazine.

Mijn bureau maakt nogal wat bladen en blaadjes en maakt vaker gedoe mee. Opmerkelijk: vooral bij dat ene blad over kanker liggen we nogal eens in de clinch met geïnterviewden en ervaringsdeskundigen die stukjes inleveren. We bakkeleien wat af met mensen die kanker hebben. Die niet willen dat we de kop van een artikel veranderen, een aangeleverde foto terzijde schuiven of een ingestuurde tekst stevig redigeren.

Worden mensen onhandelbaar en irritant zodra ze kanker krijgen?

Soms wel, ja. En dat komt niet door die enge ziekte. Vanzelfsprekend is het ook niet zo dat vooral vervelende mensen kanker krijgen. Het idee zeg. Het komt omdat mensen rondom een kankerpatiënt zich vaak erg raar gedragen. Ze zeggen niet ‘Ik heb de tekst van je memoires gelezen en het is beroerd geschreven’. Ze zeggen: ‘Heel goed! Denk ook eens na over een verfilming’.

Mensen die ernstig ziek zijn, ontmoeten vrijwel zonder uitzondering begripvolle, complimenten uitdelende, bevestigende en knikkende mensen. Zonder tegenspraak, kritiek en zo nu en dan een, al dan niet figuurlijke, tik op de vingers wordt elk mens onuitstaanbaar. Ook als die mens kanker heeft.