Columns > Oh hemel, het gaat over de islam

Oh hemel, het gaat over de islam

Reclamemakers weten al lang dat humor werkt om de aandacht te trekken en producten te verkopen. Het is fijn dat makers van educatieve tv-programma’s dezelfde kruiwagen gebruiken om u en mij wat wijzer te maken. Het programma ‘Oh, mijn hemel!’ probeert ons wat te leren over allerlei religies en ze doen dat met humor.

Zo was er een paar weken geleden een aflevering over het Jodendom en daarbij zagen we waarom de Joden door God waren gekozen tot het uitverkoren volk. In die scene zien we God bij een huis aankloppen. Een man doet open en hoort hoe God hem vraagt of hij het uitverkoren volk wil zijn. ‘O nee, helemaal geen zin in.’ De deur wordt dichtgeslagen.

En zo gaat het daarna nog een paar keer, tot een Jood de deur opent. ‘Uitverkoren volk? Ja, gezellig. Dat lijkt me wel wat!’

 

Ik vind dat leuk. Zoals ik ook de afleveringen over het Christendom grappig vond. ‘Hij die zonder zonde is, werpe de eerste steen’, leert Jezus een aantal mannen die keien gooien naar een overspelige vrouw. Waarna ze met andere dingen gaan gooien. Want daar heeft Jezus dan weer niks over gezegd.

De afgelopen twee afleveringen gingen over de islam en die waren saai. De lessen waren belerend, de grappen flauw en er was geen Allah of Mohammed te zien. Dat mag namelijk niet van gelovige moslims. U begrijpt: de makers hebben geprobeerd een programma te maken dat binnen de grenzen van het betamelijke past en wat betamelijk is lieten ze bepalen door de meest gevoelige, orthodoxe en niet tolerante kijkers onder de moslims.

 

Zo wordt het nooit wat met integratie, wederzijds begrip en respect. Want als we daar werk van willen we maken, houden we vooral geen rekening met de meest fijngevoelige landgenoten – of dat nu zwartekous-kerkgangers zijn of radicale imams die homo’s van hoge gebouwen willen donderen. Nee, dan stimuleren we dat iedereen hardop zegt wat iedereen hardop wil zeggen. En we voegen eraan toe dat niemand wordt beledigd. Dat er slechts mensen zijn die er voor kiezen zich beledigd te voelen en dat zoiets een keuze is. ‘Heb ik jou beledigd? Welnee. Jij voelt je beledigd. Dat doe jij, je beledigd voelen. Ik zeg slechts wat ik vind.’

Een verademing.

 

Een paar jaar geleden was er een rel over een Deense cartoonist die een tekening had gemaakt van Mohammed met een tulband op zijn hoofd die tevens een bom was. ‘Hoe zouden jullie, christenen, het vinden als we Jezus voor de gek zouden houden?’, schreef een moslim getergd in een krant. De reacties kwamen snel. Of hij ‘The life of Brian’ wel eens had gezien.

Zelfspot en zelfrelativering. Of die begrippen alsjeblieft eens in de nieuwe herdrukken van Torah, Bijbel en Koran mogen worden opgenomen.

 

En kent u Mohamed Rabbae nog, ooit duo-lijsttrekker van GroenLinks? Die riep in die tijd op om geen grappen te maken over zijn geloof en geloofsgenoten. ‘Want dat ligt nogal gevoelig.’ Beste meneer Rabbae, die gevoeligheid van u is uw keuze. En dus zijn de gevolgen van die keuze uw gevolgen.

 

Wat mij betreft bestaat er geen God, Jaweh of Allah. Het geloof daarin is voor mij niet veel raadselachtiger dan het geloof in het monster van Loch Ness, kabouters of de paashaas. Wat niet wegneemt dat geloven mag. Maar alsjeblieft zeg, gun de niet-gelovigen dat ze de kop van een chocolade paashaas afbijten, een stenen kabouter in de voortuin laten overwoekeren met onkruid en grappen maken over Boeddha, Jezus en Mohammed.

 

Die twee afleveringen van ‘Oh, mijn hemel!’ moeten over. Ik wil een vette grap over de islam en ik wil de vermeende profeet Mohammed in beeld. Met tulband.