Nivea
Als mijn moeder iets aan de oorlog heeft overgehouden, dan is het ontzag voor de Duitsers. Die Duitsers waren ook in haar ogen erg fout hoor – haar vader, mijn opa, had niet voor niets als ultieme verzetsdaad zijn radio in de tuin begraven. Maar de bezetting had haar wel geleerd dat met de oosterburen niet te spotten valt.
Tijdens vakanties in ‘een warm land’, zoals mijn moeder Italië en Spanje noemde, mocht ze graag vanuit haar ooghoeken kijken wat De Duitsers deden. Wat voor merk tenten ze naar de camping hadden meegenomen en met wat voor hamers ze de haringen de grond injoegen. Want de Duitsers hadden die radio dan wel vijf jaar lang niet gevonden, van haringen, tenten en andere dingen wisten de Duitsers meer dan wie ook.
Had mijn moeder besloten.
En zo besloot mijn moeder ook dat alle zonnebrandcrème en andere smeersels de deur uit konden omdat de Duitsers alles met Nivea deden. Mijn moeder was na de ruim tachtig miljoen inwoners van Duitsland de beste ambassadeur die Nivea zich maar kon wensen. Toen het geven van borstvoeding een pijnlijke affaire bleek, besloot ze haar tepelhoven in te smeren met die vette witte zalf – dat hielp niet echt en dus is uw stukjesschrijver, de benjamin van het gezin Van Voorst, een flessenkind en een borstenman.
Nivea was er om tepelhoven te verzachten, om afwashanden weer soepel te maken en om zonnebrand te voorkomen. Maar het kon allemaal nog multifunctioneler.
Ik was een jaar of acht en we waren weer in een warm land, toen ik met mijn vader en oom een wandeling langs het Gardameer maakte. We sjokten over kiezels, vroegen ons hardop af of we naar de overkant zouden kunnen zwemmen en hielden stil bij een bordje. Mijn vader en oom piekerden zich suf wat er zou kunnen staan. ‘Iets met pas op’, zei mijn vader. ‘En het woord cane betekent vlees’, zei mijn oom. ‘Nee’, zei mijn vader. ‘Cane is hond.’
‘Pas op de hond’, besloten ze samen dat er stond. Dat was precies op het moment dat die hond in mijn rechterkuit beet.
Terug op de camping bekeek mijn moeder de afdrukken van de tanden en het sijpelende bloed. ‘Daar gaan we wat aan doen’, zei ze en draaide het blauwe blik open.
Op 4 mei, twee minuten voor acht, houd ik twee minuten mijn mond en smeer ik nergens Nivea op. Dat zal ze leren.