Columns > Nijmegen ziet er niet uit als Kleef

Nijmegen ziet er niet uit als Kleef

Mijn vader was narrig, de laatste weken voor zijn dood. Mijn moeder klaagde er fluisterend over, de allerlaatste keer dat ik hem bezocht en sprak. Een paar dagen daarvoor had mijn moeder tegen hem gezegd dat hij eens niet zo boos moest doen. Hij lag toen al een paar maanden in bed, in de huiskamer. Mijn vader keek toen geagiteerd naar mijn moeder en zei: ‘Doodgaan is niet leuk hoor’.

Daar kon mijn moeder niks tegenin brengen.

 

Ik moest er gisteravond weer eens aan denken, aan die laatste weken van mijn vader. Dat komt door Eric Schneider. Die is oud en heeft nare herinneringen aan de oorlog. Gisteravond ging het er op tv over, tijdens een mooie documentaire. De hoogbejaarde acteur vertelde dat het gewoon is, dat op hoge leeftijd nare herinneringen van lang geleden opspelen.

Het laatste gesprek dat ik met mijn vader had, ging over de oorlog. Hij vroeg hoe het met mijn kinderen was en halverwege mijn antwoord, zei hij: ‘Hadden die Engelse dan geen kaart of zo? Zag Nijmegen er dan uit als Kleef? Nou?’

Geen idee.

Ten minste achthonderd inwoners van Nijmegen vonden de dood op 22 februari 1944. Engelse bommenwerpers zouden op weg zijn geweest naar een vliegtuigfabriek in Duitsland. Die konden ze vanwege slecht weer en hevige gevechten niet vinden. Ze draaiden om en besloten de bommen dan maar op Kleef te laten vallen, zo was volgens officiële lezingen de bedoeling. ‘Zag Nijmegen er dan uit als Kleef?’

Mijn vader was net 23 geworden, woonde in Nijmegen en was op 23 februari de hele dag druk met het slepen van lijken en, zo vertelde hij me, delen van lijken.

Toen ik als kind eens naar een best spannende oorlogsfilm keek, liep hij bozig de huiskamer in, keek naar het scherm en zei: ‘Oorlog is geen amusement’. Ik heb decennia later ooit Schindler’s List proberen te kijken. En La Vita è Bella. Verder dan de eerste twee minuten ben ik bij beide films niet gekomen. Wat ik nogal aanstellerig van mezelf vind, want ik ben van 1960 en geen zoon van iemand die in een concentratiekamp heeft gezeten of zo.

 

In de documentaire ging het gisteravond over hoe twee zonen van Eric Schneider naar Indonesië gingen. Daar had de acteur zijn traumatische herinneringen destijds opgedaan. Zelf was hij er niet bij op die reis. Te emotioneel. Mijn vader was na de oorlog nog vaak in Nijmegen. Om de paar weken bezocht hij met zijn gezin zijn vader en stiefmoeder in de Achterhoek en bij gebrek aan autosnelwegen reden we in de jaren zestig dwars door Nijmegen. Het was traditie om bij het Keizer Karelplein te pauzeren. Mijn moeder bestelde er poffertjes en de kinderen mochten friet. Friet zonder mochten we in het lichtblauwe Kevertje opeten. Friet met aten we naast de auto, want je wist maar nooit. Als het regende aten we friet zonder.

Dat verhaal van die bommen kende ik toen nog niet. En dus heb ik nooit goed gekeken of mijn vader een beetje stil om zich heen stond te kijken, daar in het centrum van Nijmegen.

 

In 2009 is onderzoek gedaan naar het bombardement. Toen bleek dat het hoogstwaarschijnlijk geen vergissingsbombardement was. De geallieerden hadden, voor mij onbegrijpelijke, redenen om het Nijmeegse centrum doelbewust plat te gooien. Mijn vader was in 2009 al dood en dat is maar goed ook. Anders was zijn sterven nog minder leuk geweest.