Columns > Min of meer opa

Min of meer opa

Dank voor al uw reacties. Ik mag op deze plek nog zo veel teksten de wereld in slingeren, ze tellen blijkbaar pas mee als Hilversum vindt dat ze ertoe doen. Gisteren mocht ik de brief op Radio1 voorlezen die ik een week of wat geleden schreef voor kleindochter Jade. Dat ze mazzel heeft, omdat ze is geboren in de mooiste tijd die de wereld ooit meemaakte. En toen ging u me via app, Facebook, LinkedIn en mailtjes gelijk geven.  En u ging me feliciteren met de geboorte van mijn eerste kleinkind.

Dank.

Eén van de reacties kwam van iemand, die liet weten dat hij zelf ook min of meer opa was geworden. Min of meer, want stopa.

Stopa? Daar moest ik even over nadenken. Even maar hoor, want de betekenis van stopa was snel bedacht. Een stopa is een stief-opa. Het is het kleinkind van de partner van de man en dat kleinkind heeft geen enkele bloedverwantschap met de opa die dus geen opa is. Laatst kwam ik iemand tegen in dezelfde positie en die noemde zich een halve opa. Dat is natuurlijk onzin. Bonusopa, da’s ook zo’n onlogisch begrip.

Stopa is beter.

En toen moest ik dus aan een schoonzus van me denken. Die schoonzus, de zus van mijn vrouw, heeft een man en die man was al eens eerder getrouwd. Uit dat huwelijk hield hij twee kinderen over. Eén van die kinderen zorgde ervoor dat hij een paar maanden geleden opa werd. En daarmee werd zijn vrouw geen oma, maar het voelt voor haar natuurlijk wel een beetje zo. Ze zal zich vast geen oma noemen, want dan beginnen biologische oma’s misschien te sputteren. En dus moet ook zij een naam. En halve oma is geen naam. Als een halve opa niks is, dan is een halve oma dat ook niet.

Maar het klinkt toch niet echt lekker, stoma.