Columns > Mariapaviljoen

Mariapaviljoen

Als iemand zegt dat geld hem niet interesseert, dan weet je: die heeft geld zat. Iemand die elke week de zware gang naar een voedselbank maakt, zal zoiets niet snel zeggen. Sterker: wie geldgebrek heeft, kan bijna nergens anders meer aan denken. Die zit daar zó vol van, dat er geen ruimte is voor wat dan ook. Vraag aan zo iemand niet wat we moeten met onthoofdingen in Irak, de oorlog in Oekraïne of hoe we de stad Den Bosch nog aantrekkelijker kunnen maken.

‘Man, val me niet lastig met die onzin. Leen me liever tien euro.’

Afgelopen maandag stond Jacques van Geffen paginagroot in het Brabants Dagblad. Jacques is horecaondernemer in Den Bosch, runt eetcafé DIT, het Mariapaviljoen en nog een andere kroeg. Hij heeft 35 mensen in dienst en is ‘in gesprek’ met iemand over een vierde zaak. Jacques doet dat naar eigen zeggen niet om geld te verdienen.

‘Geld interesseert me niet’, zegt Jacques.

Ik heb wel eens een glas bier gedronken in het Mariapaviljoen van Jacques. Het is er gezellig. Het bier is er niet goedkoop, maar dat is het nergens in de binnenstad van Den Bosch. De stad hoort qua drankprijzen bij de duurste steden van Nederland. De klanten van de voedselbank zult u er niet tegenkomen. Ook veel kleine ondernemers die een atelier of kantoortje huren op het GZG-terrein, waar ook dat Mariapaviljoen zit, blijven er waarschijnlijk weg. Ik wandelde ooit over dat terrein en sprak toen met verschillende zzp’ers daar. Velen daarvan zijn voor zichzelf begonnen omdat betaald werk in loondienst niet te vinden is. En eenmaal zelfstandig blijft het vaak sappelen. Daarnaast gaat een groot deel van wat ze verdienen naar de beheerder van het GZG-terrein. De huurprijzen zijn, omdat het om tijdelijke huisvesting gaat, iets lager dan elders in de stad – maar echt laag zijn ze nog steeds niet. Je betaalt al snel 400 euro per maand voor één kamer. Inclusief krakende vloer en afgebladderd plafond. Exclusief BTW.

Er is één huurder die er gratis zit. Jacques van Geffen betaalt geen cent huur. Waar de opbrengst van het verkochte biertje ook naar toe gaat, het is niet de huurbaas.

Zul je altijd zien: glijdt het geld in de zakken van iemand die er niks om geeft.