Mantel
Lang geleden werkte ik op een afdeling marketing van een computerbedrijf. We waren net druk met briefings ontvangen van interne opdrachtgevers en die één op één doorsturen naar kekke bureaus – dat was wat we hele dagen deden – toen bij een collega van me de telefoon ging.
Haar vriendin aan de lijn. Ze had net gehoord dat ze kanker had en zat er helemaal doorheen. Mijn collega zette haar computer af, trok haar jas aan en zei tegen onze baas welke formuliertjes nog van het inbakje naar het uitbakje moesten worden verplaatst en dat ze nu direct naar haar vriendin ging. Onze baas keek naar het best volle inbakje en zuchtte diep. ‘Ik snap jou wel hoor’, zei hij, ‘Maar in wat voor land leven wij eigenlijk? Is er dan geen enkele maatschappelijk werker of psycholoog die nu naar je vriendin toe kan? Moet jij dat doen?’ Mijn collega probeerde nog dieper te zuchten dan onze baas, wat niet mee viel. ‘Ze heeft mij nodig’, zei ze en wandelde met forse stappen door de kantoortuin naar de uitgang.
Geen idee hoe het is afgelopen met die vriendin, met mijn collega van toen en met die baas. Ik weet wel hoe het met het land verder ging. Het land besloot dat wat die collega doet de gewoonste zaak van de wereld hoort te zijn. Sterker: dat we onze dierbaren niet alleen moreel, maar ook in de dagelijkse zorg meer bij moeten staan. Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft er een rapport over gemaakt. En komt tot de conclusie dat de vraag om meer zelf te doen er toe leidt dat mensen meer zelf doen. U en ik hadden dit vast niet kunnen bedenken, daar moet je de hogere Sociaal Cultureel Planbureau-academie voor hebben gevolgd.
Die mensen die daar studeerden, hebben ook vastgesteld wat de gevolgen zijn van dat zelf doen. Werkende mensen komen in toenemende mate in de knel. Wie mantelzorger is, lukt het vaak moeilijk om op tijd op het werk te zijn. Of om op dat werk de kop er goed bij te houden. De prijs van de burgerparticipatie wordt betaald door werkgevers en werknemers, stelt het planbureau vast. Geen idee wie de prijs anders zou moeten betalen. Bazen doen er nogal eens moeilijk over, lees ik in reacties van mantelzorgers op het rapport. Sommige werkgevers vinden de verzorging van de terminale partner van Karel van de afdeling PR een privédingetje. En vinden dat er ook nog gewerkt moet worden. Want als Karel thuis zit om wat te doen met washandjes, verband en koesterende woorden – wie moet dan die folder maken over het maatschappelijk verantwoorde gedrag van dat bedrijf?