Columns > Loop over de pers

Loop over de pers

‘Over een goede pers moet je kunnen lopen’, zei de op een na laatste burgemeester van Berghem eind jaren tachtig tegen me. Na die woorden sloeg hij mij, jong journalist van het Brabants Dagblad, op de schouders. ‘Grapje hoor, grapje.’

De overheid en de pers – ze vormen een wonderlijke combinatie. De overheid is een belangrijke bron van nieuws voor de media en die media zijn voor de overheid een belangrijk instrument om het volk te bereiken. Zie daar het wederzijds belang en de reden dat wethouders, ministers en ambtenaren dikke maatjes willen zijn met journalisten en verslaggevers en andersom. Tegelijkertijd functioneert de pers het beste als ze onafhankelijk is en is de democratie en daarmee de persvrijheid zo ongeveer de randvoorwaarde waarbinnen overheden functioneren. Dat maakt dan weer dat overheid en pers ver bij elkaar uit de buurt moeten en willen blijven.

 

De praktijk is anders. In toenemende mate zijn zieltogende of amateuristische lokale media voor het vullen van websites en kolommen afhankelijk van wat de afdeling communicatie van de gemeente mailt – voor wederhoor of kritische kanttekeningen is geen geld, tijd, kennis of plek. Die ene journalist die wel de School voor de Journalistiek afmaakte en bij een dagblad of omroep werkt die zichzelf respecteert, durft wat meer. Maar ook zo’n verslaggever bekende jaren geleden tegen me: ‘Ik heb ze natuurlijk wel nodig, die van de afdeling Communicatie van de gemeente’.

Dat is allemaal nog tot daar aan toe. Maar er zijn grenzen en die worden nogal eens overschreden. Aleid Wolfsen maande in de tijd dat hij burgemeester van Utrecht was ooit een kritisch huis aan huisblad in Utrecht om wat aardiger over hem te schrijven op straffe van het opzeggen van het advertentiecontract van de gemeente met dat blad.

En dan is er nu het gedoe rond GeenStijl. Voor wie het heeft gemist: die website is op de vingers getikt door ‘EU versus disinfo’. Dat is een club die melding maakt van leugens door journalistieke media. ‘EU versus disinfo’ vergist zich nogal eens. Zo ging de organisatie onterecht tekeer tegen GeenStijl. Waar het over ging, doet er niet zo veel toe – ‘EU versus disinfo’ beweerde dat de site leugens verspreidde en dat bleek niet het geval.

Daar ging de afgelopen week de discussie over in kranten, tijdschriften en op radio en televisie. Waar het niet over ging: dat ‘EU versus disinfo’ van de Europese Unie is. Van uw en mijn overheid. Dat uw en mijn overheid de media in de gaten houdt en te kakken zet als ze wat leest of ziet dat de EU niet zint.

Dat werk hoort niet bij een nette overheid. Dat hoort bij overheden waarvan de hoofdkantoren in Ankara, Moskou of Pyongjang staan. Overheden die de pers in de gaten houden, zijn eng.

 

In het dagelijks leven ben ik onder meer gemeenteraadslid. In die functie maak ik me druk over de ronkende, reclamische teksten die mijn gemeente via advertenties in huis aan huis-bladen verspreidt. Over hoe hard mijn collega’s en ik werken, hoe de burgemeester iemand ergens feliciteerde met iets leuks en nog zo wat olijke zaken.

Het lijkt onschuldig, maar is op de keper beschouwd propaganda. De afzender glijdt via dat ogenschijnlijk onschuldige, maar toch echt hellende, vlak naar het controleren van de media. En begint over een jaar of drie ‘Gemeente versus disinfo’ en loopt over lokale journalisten alsof ze een Perzisch tapijt zijn.

De pers is geen tapijt waarover wie dan ook moet willen of kunnen lopen. De overheid daarentegen moet wel een pels zijn, waarin journalisten als luizen kriebelen en bijten. Dat is leuk voor die pers, verfrissend en leerzaam voor het publiek en uiteindelijk goed voor de kwaliteit van de overheid.

En ‘EU versus disinfo‘ moet dicht.