Columns > Limerick

Limerick

Er was eens een boertje in Drachten / Die wilde zijn varken verkrachten / Maar o, wat een strop / Zijn knecht zat er op / Toen moest het boertje even wachten.


    Vandaag was ik in Limerick. In die stad staat een kasteel en dat staat er al ruim zeven eeuwen. Wie er met de auto heen wil, kan vlakbij parkeren op een groot terrein vol grind en dat grind ligt achter een slagboom en bij die slagboom staat een ietwat oude meneer. Hij draagt een badge om zijn nek met daarop een logo en een stempel en houdt iedereen tegen die binnen wil en zegt dan goedendag.

Dat deed hij ook toen ik het terrein op kwam rijden. Ik opende het raam van mijn auto, zei goedendag terug en vroeg wat dat parkeren moest kosten. En of dat vooraf betaald moest worden of achteraf. En o ja, moest het contant of kon ik ook pinnen. ‘Het spijt me zeer,’ zei de man bij de slagboom, ‘het is gratis’. Hij keek er heel meewarig bij, alsof hij me zojuist een sombere mededeling had gedaan.

Ik probeerde zo meewarig terug te kijken als maar mogelijk is en zei dat ik me genoodzaakt voelde om dan ergens anders te gaan parkeren. ‘Want ik heb erop gerekend dat ik mag betalen.’

De man knikte. ‘Dat begrijp ik,’ zei hij. Daarna zei hij nog een keer sorry.

We keken elkaar even zwijgzaam aan en toen wees hij me de plek waar ik mijn auto kon parkeren. Op het terrein was plaats voor wel vierhonderd auto’s en er stonden er pakweg twintig. ‘Zorgt u wel dat u een beetje zuinig parkeert, dat er ook nog plaats voor anderen is?’

Mijn vrouw vroeg hem hoe we al lopend het snelst bij het kasteel konden komen. De man vertelde hoe we voorbij de slagboom naar links moesten, aan het einde van de straat naar rechts, meteen oversteken en dan langs dat moderne gebouw en dan weer naar rechts. ‘Of u volgt de enorme borden die er overal staan en die u niet kunt missen. Dat kan natuurlijk ook.’

Het kasteel was prachtig, maar geen moment was het zo leuk als daar bij die slagboom.