Ik begrijp u niet
Ergens in Zuid-Holland woont een meneer die 88 jaar is, zich zonder rollator niet kan verplaatsen en dagelijks heel hard rent door een park en langs sportvelden.
Dat is een raar gezicht, rennen met een rollator. Of ik die meneer eens wilde interviewen, vroeg de uitgever van een tijdschrift me. Die uitgever doet dat uitgeven er een beetje bij, want is vooral een organisatie die allerlei soorten zorg en hulp aan ouderen geeft. Zo’n hard rennende bejaarde – en dan ook nog eens in het werkgebied van de organisatie – die mag niet ontbreken in het blad.
Zuid-Holland is ver weg en dus belde ik de meneer. En ontdekte al snel dat hij niet alleen een rollator nodig heeft, maar eigenlijk ook een hoorapparaat.
Wat ik ook ontdekte: in plaats van ‘Ik versta u niet’ zei hij steeds ‘Ik begrijp u niet’.
‘Goedemiddag, mijn naam is Laurens van Voorst.’
– ‘Ik begrijp u niet.’
Het werd een wat moeizaam, maar best aangenaam gesprek. Ja, elke dag ging hij rennen. Ook op zondag. En ja, hij had die rollator nodig. Anders zou hij omvallen en dat moesten we niet hebben. Verder werd hij elke dag wel door iemand aangesproken. Dat het een bijzonder gezicht is, zeiden ze dan, een man die hard rent met een rollator.
‘Maar het is nu eenmaal zo.’
Een week of wat later mailde mijn opdrachtgeefster. Ze was meneer tegengekomen in het park en of ik hem nog eens wilde bellen. Meneer had iets belangrijks nog niet gezegd en dat moest echt in het stuk.
Ik bellen. ‘Ik moest u terugbellen. U wilde iets belangrijks toevoegen aan het verhaal.’
Wie of ik was en waarom ik belde.
‘Het artikel. Rennen met de rollator.’ Ah, ik was van het interview. Goed dat ik belde. Want meneer wilde iets belangrijks toevoegen aan het verhaal.
‘Schrijf op: zorg voor je dondertje want je zieltje zit erin.’
Je dondertje? Ik zei: ‘Ik begrijp u niet.’ Meneer herhaalde wat hij had gezegd.
Maar nu harder.