Columns > Huur

Huur

Een jaar of drie geleden had ik een boeiend gesprek met de directeur van een woningcorporatie. Hij vertrouwde me toe dat het hele idee van gesubsidieerde woningbouw eigenlijk maar mesjokke is. Zijn stelling: als het nodig is om woningen onder de waarde te verhuren, zoals gebeurt door bijvoorbeeld huursubsidie, is er fundamenteel wat mis. Voor die huurders zouden er goedkopere huizen moeten komen – dan maar alle kinderen op één slaapkamer – of de salarissen van die huurders moeten omhoog.

Daar zit wat in. Het brood is bij de Jumbo voor iedereen even duur, ongeacht of iemand in de bijstand bungelt of jaarlijks een miljoen mee naar huis neemt.

Wat onaardig is: een gezin met vier kinderen in een huisje stoppen met weinig meer dan een aanrecht, piepklein huiskamertje en één slaapkamer. Begin twintigste eeuw was dat misschien nog gewoon, nu kan dat echt niet meer. En dus blijft er nog één optie over: de salarissen optrekken zodat iedereen, zonder gekunstelde oplossingen als huursubsidie, een eerlijke prijs kan betalen voor woongenot.

Onlangs ontdekte ik dat de directeur van de corporatie dat heeft geregeld. Nou ja, voor zichzelf dan. In het jaarverslag 2013 van zijn semipublieke organisatie las ik dat hij dat jaar ruim 233.000 verdiende aan salaris, onkostenvergoedingen en door de werkgever betaalde pensioenpremies.

Het is een mooie eerste stap. Nou die huurders van die club nog.