Columns > Het onrecht dat mij overkwam

Het onrecht dat mij overkwam

 

Daar zit ik dan, in een cel. Ik ben een paar dagen geleden uit mijn huis gesleurd door boze buurtgenoten. Ze hebben me geslagen en daarna naar het politiebureau gebracht. Even hoopte ik dat dit mijn redding zou zijn, maar de politieagenten zijn geen haar beter dan de bloeddorstige meute. Ik werd hardhandig in een cel gesmeten en ben nu in afwachting van mijn proces.

Dit is onrecht, pure onrecht.

 

Wanneer is het begonnen? In 2004, toen dat Kamerlid ruzie kreeg met de partij waarin hij tot dat moment zat? Of was het in 2017 geweest, toen die partij een monsterzege behaalde bij de verkiezingen en na een maanden durende formatie met wat kleine partijen een kabinet vormde?

Hoe dan ook: het is allemaal democratisch verlopen – de verkiezingen, de formatie en de wetten waarmee de Nederlandse tradities en identiteit werden beschermd. Zelf heb ik nooit meegedaan aan het bestormen van moskeeën, ook niet nadat 4 mei werd omgevormd tot de dag waarop we de slachtoffers van moslimterroristen herdachten. Echt, ik was er niet bij, toen tienduizenden mensen met knuppels en zelfs vuurwapens overal in Nederland de gebedshuizen van moslims bestormden, de boel daar zelfs in de fik staken. Dus voor de dood van tientallen moslims, toen in 2020, daar kunt u mij niet verantwoordelijk voor houden.

Het enige dat mij te verwijten is: ik hield me altijd aan de democratisch vastgestelde wetten. Het was mijn plicht. Het was mijn plicht mijn buurman aan te geven, toen ik ontdekte dat hij op zolder een islamitische familie verborgen hield. Het was mijn plicht om de ingestelde dienstplicht te vervullen en een jaar bewaker te zijn in één van de vele kampen. Dat mensen die kampen concentratiekampen noemden, dat slaat natuurlijk nergens op. Want hier ging het om mensen die de Nederlandse samenleving ondermijnden met hun taal, hun geloof en hun hoofddoekjes. Mensen die zich verzetten tegen het land dat hen zo gastvrij opnam.

In die kampen zijn dingen gebeurd, die niet deugen. Dat kan ik beamen. Maar het invoeren van de doodstraf voor wie aanhanger was van het inmiddels verboden geloof, dat hoort niet bij die foute dingen – een meerderheid van het parlement steunde immers die wet. Ik kan er niks aan doen dat mensen zich vastklampten aan die verboden religie, tegen de wil van de meerderheid van het volk. En ja, dat had consequenties. En nee, het was niet goed dat zo nu en dan mensen zonder proces werden vermoord en dat dit in die kampen zelfs massaal gebeurde. Ik heb dat zelf nooit gezien trouwens. Voor mij geldt wat voor zo veel mensen in ons land geldt.

We hebben het niet geweten.

 

Ik heb tot het laatst toe ons land verdedigd. Ook toen ons land werd binnengevallen en dat door velen een bevrijding werd genoemd. En dus moet ik nu de gevolgen accepteren. Ik ben een democraat, ik ben strijder voor de Nederlandse identiteit en dus zit ik hier in een cel. Dat dit mij moet overkomen…