Columns > Het jaar van de hartige taart

Het jaar van de hartige taart

Stef Bos heeft gelijk. Ik ben nu, nog een paar dagen, 55 jaar oud – en ik lijk inmiddels meer op mijn vader dan hij op die leeftijd op zichzelf leek. Zo heb ik onlangs besloten om op zaterdag kookdienst te draaien.

 

Mijn vrouw leest mijn stukjes ook altijd en stelt nu tevreden vast dat het haar is gelukt: haar Laurens denkt echt dat ie het zelf heeft bedacht, dat koken op zaterdag.

 

Mijn vader kookte in periodes. Zoals een schilder een blauwe periode heeft, had mijn vader de periode van de gebraden kip. Na de periode kip kwam de periode spaghetti. Mijn vader was zo enthousiast over de spaghetti en tomatenpuree van Albert Heijn dat hij ze in de zomervakantie in de aanhanger stopte en meenam op vakantie. Naar Italië.

Dan was er nog de periode nasi en tot slot die van de hazenpeper. Dat ging de eerste keer ietwat mis. In het recept stond iets over twee blokjes chocolade en mijn vader dacht dat een blokje hetzelfde was als een reep. Tijdens het eten vroegen de kinderen of er vanille-ijs na was. Zo ja, dan zouden we een beetje van de hazenpeper bewaren om daar overheen te gieten.

 

Ik kook zaterdags, zoals mijn vader kookte. Maar ik heb wat geleerd van de ergernis van mijn moeder uit die tijd. Die was na het eten doorgaans de hele zaterdagavond hoofdschuddend bezig om de keuken schoon te maken. Geen enkel lepeltje werd tijdens het koken afgewassen, geen enkel leeg blikje weggegooid. En dat de vette spaghettisaus zowat elke zaterdag langs de keukenkastjes droop – ik denk niet dat mijn vader het ooit in de gaten heeft gehad. De kinderen ook amper, de keuken was tijdens zijn zaterdagse project verboden toegang. ‘Ga uit mijn keuken’ was jarenlang zo ongeveer zijn meest uitgesproken zin. Een vriend van me heeft het destijds, halverwege de jaren zeventig, ooit gewaagd een pannendeksel op te tillen, ‘want wat ruikt het toch lekker, meneer Van Voorst’ – mijn vader kon er tien jaar later nog verbolgen over doen.

 

Ik was pannen af tijdens het eten. Ik scheid plastic verpakkingen van groenterestjes en lege blikjes. Ik dek al kokend de tafel. En ik wijs vrouw en kinderen bij aanvang van Het Diner met trots op de schone aanrecht, de blinkende gootsteen en dat het vaatdoekje zelfs uitgeknepen en opgevouwen over de kraan hangt.

Ik doe niet aan spaghetti, nasi of haas met chocolade. 2016 is de periode van de hartige taart. Elke zaterdag een andere. En de eerste zaterdag presenteerde ik er zelfs twee. Eentje met prei en eentje met zalm en broccoli. Mijn vrouw, kinderen en bijna-schoonkinderen sneden de taart, schepten op, namen forse happen en zeiden ‘dat het toch best goed is dat papa kookt’.