Het gaat goed met de democratie
Een zwager van me is bezig alle verkiezingsprogramma’s te lezen. Allemaal. Dat is a hell of a job, want er zijn er bij – die zijn omvangrijker dan dat onuitvoerbare A4-tje van de PVV. Mijn zwager vertelde het mij afgelopen zaterdag, tijdens het jaarlijks familie-etentje. Aan de andere kant van de tafel zat een andere zwager en die was druk met een betoog over de defensiebudgetten. Wat daarmee moest gebeuren en wat welke partij daarvan vond. Van een schoonzus hoorde ik dat ze dit jaar, voor het eerst sinds decennia, gaat stemmen.
Voor wie nog gelooft in een zorgwekkende, gapende kloof tussen politiek en burgerij: ik denk stiekem dat menig Kamerlid, staatssecretaris of minister zou wensen dat die kloof wat groter was. De kloof was nog nooit zo klein; de gemiddelde Nederlander hijgt bij de politiek voortdurend in de nek. Wat zeg ik: het engagement van Nederlanders is vandaag de dag enorm.
Betrokken landgenoten waren er natuurlijk altijd al, maar die betrokkenheid kwam tot een paar decennia terug niet veel verder dan met de hakken in het mulle zand van de eigen lievelingspartij gaan staan. Die tijd is voorbij. De zwevende kiezer is in de meerderheid en dat is geen teken van domheid, besluitenloosheid of desinteresse – de zwevers zijn mensen die veroverd moeten worden. Of de politiek maar haar stinkende best wil doen te overtuigen.
De politiek zelf is trouwens ook boeiender dan ooit. Het zou van de zotte zijn als ondanks veranderende tijden partijen van meer dan een halve eeuw oud nog steeds het exclusieve recht hadden op kiezers en zetels. Partijen horen te komen en te gaan. Voor wie kreunt en steunt over al die afsplitsingen, zetelrovers en splinterende nieuwkomers: het is geweldig dat zoveel stromingen en substromen de kans krijgen hun zegje te doen in de vergaderzaal van het land.
Als de peilingen blijken te kloppen, dan krijgen we een prima regering. Want dan moet een veel-partijen- of minderheidskabinet voor zowat elk besluit onderhandelen met al die stromingen en dat leidt tot geven, nemen en compromissen en dus tot een optimale democratie. De afgelopen jaren mochten we al meemaken dat behalve de regeringspartijen ook D66, ChristenUnie en zelfs de SGP de kans kregen invloed uit te oefenen. Dat was vroeger, met te robuuste meerderheidskabinetten wel anders. Je kon als oppositiepartij praten als brugman of Jan Marijnissen, maar het had geen zin.
Het gaat goed met de Nederlandse politiek. Mijn kinderen lieten gisteravond Lubach en Boer Zoekt Vrouw voor wat het was en keken naar het verkiezingsdebat. Stemwijzer en soortgelijke websites trekken recordbezoekers. De pluriformiteit wordt vanaf 15 maart naar verwachting nog groter dan die nu al is. En de nieuwe regering zal daardoor respect moeten tonen voor heel veel minderheden in de volksvertegenwoordiging.
Ik zeg u: de Nederlandse democratie staat er beter voor dan ooit.