Columns > Help, ze praten terug

Help, ze praten terug

Het leek me een grappige titel: ‘Help, ze praten terug’. De titel hoort bij een presentatie over de inzet van sociale media door lokale politici. Op uitnodiging van vier clubs, waaronder het Ministerie van Binnenlandse Zaken, mag ik met dat verhaal op tournee. Komende zaterdag ben ik in Groningen. De afgelopen weken stonden Apeldoorn, Amersfoort en Zeist op het lijstje. Venlo, Rotterdam en Den Bosch komen nog.

 

Wie op Facebook of een ander sociaal platform wat publiceert, kan zomaar een reactie krijgen. Dat is soms even schrikken – vandaar dus die titel. Maar het is vooral plezierig. Politici onderhouden nu eenmaal graag contact met het volk dat ze vertegenwoordigen. Ze smachten naar reacties, naar feedback en naar debat.

Hoe het dan moet met die vervelende dames en heren die al reagerend het bloed onder nagels van het gemeenteraadslid uitpeuteren, wordt met steevast gevraagd. En wat te doen met de mensen die een discussie kapen en alsmaar blijven zeiken en zieken, met steeds nieuwe argumenten, zijpaden en drogredeneringen. Ik leg geduldig uit wat met die querulanten te doen en beken dat ik mijn eigen lessen nogal eens vergeet. Dat ik dan al tikkend een dorpsgenoot knock-out probeer te slaan.  En hoe onaardig en contraproductief dat zoiets is.

Verder komt in de presentatie aan bod hoe je reacties kunt uitlokken. ‘Stel de lezers eens een vraag. Vraag wat zij vinden van het plan voor de blauwe zone in het centrum, van de sluiting van het theater of het ontwerp van het stadspark.’

 

Afgelopen week was ik voor dat verhaal in Zeist en daar had een raadslid van een lokale partij de oplossing. ‘Ik reageer nergens op.’ Daar viel ik even van stil. ‘De mop van sociale media is nu juist dat het interactief is’, probeerde ik. Hij schudde het hoofd. ‘Ik vertel wat ik allemaal doe voor De Mensen en dan zit ik niet te wachten op reacties. Die zwijg ik dood.’

In de fractie waar ik bij hoor, vertelde ik erover. Hoe weinig die meneer ervan had begrepen. Er werd geknikt. Na een korte stilte zei iemand: ‘Heb je ook verteld dat dat het verstandig is tot tien te tellen alvorens weer op een reactie te rea…’ Ik onderbrak haar. ‘Dat is niet waar het nou om gaat. Het gaat er om hoe debiel het is om reacties dood te zwijgen’, beet ik van me af.

Daarna was het weer even stil. ‘Tot tien tellen, Laurens. Ik zou het in mijn presentatie opnemen.’