Columns > Hartverwarmend

Hartverwarmend

Wilde ik beginnen aan een stukje over de eerste keer dat ik daklozen zag, blijkt al researchend op internet dat ik er al eens over schreef. Over 1971, toen ik met het gezin van een vriendje van me mee mocht naar Parijs. En dat ik daar voor het eerst zwervers zag. ‘Die heten hier clochards’, zei de moeder van mijn vriendje en dat was geruststellend. Een Frans woord, dat kon alleen maar betekenen dat die armoede voorlopig de Nederlandse grens niet zou passeren.

Voorlopig is voorbij.

In het stukje van een jaar of wat geleden schreef ik al over mannen die ik regelmatig in het centrum van Den Bosch tegenkom. Chauvinistisch als ze in die stad zijn, legde een ambtenaar van de gemeente daar me ooit uit dat ze stuk voor stuk uit de Randstad komen. Of het waar is, geen idee. Of het ertoe doet, ook al geen idee.

Wat ik wel weet: het aantal daklozen groeit. En geen beetje ook. In 2009 waren het er volgens cijfers van het CBS 17.500, zeven jaar later was het aantal gegroeid tot 30.500. Vier van de vijf daklozen is man, bijna de helft is tussen 30 en 50 jaar. Verder weet het CBS dat de helft, van de mannen en vrouwen die op straat leeft, een niet-westerse migratieachtergrond heeft.

 

Wijkagent Martijn uit Dordrecht kent zo iemand. Behalve die allochtone afkomst, past de dakloze verder niet in het door statistici geboetseerde plaatje van het Nederlandse gemiddelde. Het is een vrouw en ze is ook nog eens ouder dan 70. Schat wijkagent Martijn. Wat verder bijzonder en bovenal triest is: de dame is dement.

Ik weet het allemaal omdat wijkagent Martijn er over twitterde vandaag. Doorgaans lees ik alleen tweets van de wijkagenten in mijn eigen dorp en die zijn vaak best vrolijk makend. Dan lees ik hoe ze ergens op tijd bij waren, iemand ergens mee hielpen of hoe een onderzoek naar het een of ander met succes is afgerond.

Wijkagent Martijn had minder goed nieuws. ‘Wie zoekt mee of heeft een goed idee?’, begint zijn tweet. ‘Heeft die man de nummers van hulporganisaties niet in zijn telefoon staan?’, vroeg ik me af. Ja, dat heeft ie. Maar die kunnen niks doen. Of ze hebben geen plek of geen gesloten deuren – dat is relevant, want bij het Leger des Heils liep mevrouw al een keer weg.

431 retweets, 96 likes (huh?) en 167 mentions later is er nog steeds geen plek voor mevrouw. Wat er wel gebeurde: zowat iedereen die wat met zorg en hulp van doen heeft, is door betrokken Dordtse burgers gebeld. En dus vraagt wijkagent Martijn daarmee te stoppen. Verder twittert hij dat er nog steeds wordt gezocht en dat de activiteit op sociale media hartverwarmend is. Het geeft de politie ‘energie om door te zoeken naar een passende plek’.

 

Wat dat betreft zijn we sinds 1971 een hoop opgeschoten. Er zijn dan wel veel meer mensen dakloos, maar de stampei die we erover maken is fors en ook nog eens hartverwarmend. Nou nog even een bed vinden voor een dementerende dame van 70-plus.