Columns > Hanina Ajarai wil oprecht discussiëren

Hanina Ajarai wil oprecht discussiëren

Hanina Ajarai schreef vorige week over de MH17 en de ineenstorting van Abdelhak Nouri. Dat van de MH17 deed haar niks – al zegt ze te begrijpen dat het ‘zielig voor de nabestaanden’ is.

Zielig.

Zielig, dat is een kitten dat mauwt om haar moeder, net naast het allerlaatste kaartje grijpen van je lievelingsartiest of een tiende punt tekort komen om te slagen voor het eindexamen.

‘Mijn vader, moeder en zusje zijn om het leven gekomen. Hun vliegtuig is neergeschoten door een raket boven Oekraïne.’ ‘O, wat zielig zeg. Ik snap hoe je je voelt: ik kon laatst in geen enkele winkel een shirtje vinden dat me leuk staat.’

 

De MH17 deed en doet Ajarai niks. Nouri deed haar wel veel. Ze heeft om Nouri gehuild. Het is goed dat Ajarai er een column over schrijft. Want hoe komt het toch dat de enorme vliegramp alleen maar zielig is en Nouri haar in tranen brengt. Ze is er in de column kort over: ‘Ik begrijp er zelf ook niks van’.

 

Wat ze dan weer wel begrijpt, is dat haar selectieve empathie gedoe gaat opleveren. ‘Deze bekentenis is niet bedoeld om te provoceren of iemand te kwetsen, ook al kan ik de scheldkanonnades die zullen volgen op deze column wel vast uittekenen.’ Dat de MH17-nabestaanden maar weten: hun gekwetstheid gaat haar niks doen, ze heeft het ingecalculeerd en neemt het op de koop toe.

Tot ze kwamen, die kanonnades en andere uitingen van verdriet, onthutsing en geschoktheid. Ajarai zou er, gezien haar voorspelling, de schouders over moeten ophalen. ‘Zie nou wel, zei ik het niet! Kom maar op, zielige mensen, ik kan er tegen.’

Haar reactie, enkele dagen later in dezelfde krant, was echter anders. ‘Nu ik weet dat ik deze mensen heb gegriefd met mijn column, bied ik mijn excuses aan’. En o ja, of we maar wilden begrijpen dat haar stukje was bedoeld ‘als opmaat naar een oprechte discussie’.

 

Beste mevrouw Ajarai een oprechte discussie waarover?