Columns > Goeie Duitsers

Goeie Duitsers

‘Laat de pannen staan, nu meekomen. De Duitsers komen eraan!’ Thea Hazelbergs was een klein kind, toen haar buurman op 17 september ineens in de keuken stond. Het was drie dagen na de bevrijding van Veghel, 75 jaar geleden en afgelopen zaterdag in dat dorp gevierd.

‘Mijn moeder was zes maanden zwanger en het lukte haar niet om op tijd in de schuilkelder te komen’, vertelde ze vijf jaar geleden aan Omroep Brabant. De aanleiding van dat interview toen snapt u vast: 70 jaar bevrijding.

De moeder van Thea lag 75 jaar geleden uren in haar eentje in een greppel. Uiteindelijk kon ze de schuilkelder bereiken waar Thea inzat. Vier volwassenen en achttien kinderen zaten er dagenlang in een soort van zelfgekozen opsluiting. Thea: ‘Op een gegeven moment ging de deur open en stond er een jonge Duitse soldaat. Die keek even de kelder rond en ging weer weg. Even later kwam hij terug met eten en drinken voor ons. Ja, er waren ook goeie Duitsers’.

Zoek naar getuigenissen over de oorlog en de bezetting en u struikelt zowat over de verhalen over Duitsers die wel deugden.

Soldaten die lief zijn voor de vijand zijn geen uitzondering.

 

In heel veel blogs heb ik u al lastig gevallen met mijn stellige overtuiging dat het met de mensheid alsmaar beter gaat. Minder oorlogen, minder honger, meer onderwijs, minder analfabetisme, minder ziekte, minder kindersterfte – en al die dingen zijn te bewijzen met harde en tegelijkertijd warme cijfers.

Dankzij Rutger Bregman weet ik nu ook hoe het komt dat het steeds beter met ons gaat. We deugen. Of nou ja, de meeste mensen deugen.

Ik ben pas op een kwart van ‘De meeste mensen deugen’, maar wil er nu al wat over delen met u. Over hoe tijdens allerlei oorlogen militairen stiekem de tegenstander niet doodden. Tijdens WO II schoot 1 procent van de gevechtspiloten 40 procent van de vliegtuigen van de tegenstanders neer. De meeste piloten probeerden het niet eens. Ze hadden geen zin om te moorden.

Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog waren soldaten vooral druk met het laden van een geweer als er een leidinggevende langsliep. Het laden van een geweer was een goed excuus om niet te schieten. Franse militairen blonken in de negentiende eeuw uit in het over de hoofden van de vijand schieten. En dan de Spaanse Burgeroorlog. ‘Zodra het even kon, miste iedereen altijd ieder ander’, schreef George Orwell over beide partijen. Ziekenboegen lagen vol met soldaten die zichzelf per ongeluk hadden verwond.

 

Schietgrage militairen bestaan vooral in films. In werkelijkheid hebben mensen een spuughekel aan geweld in het algemeen en in het doden van mensen in het bijzonder. Ook in tijden van oorlog proberen ze er onderuit te komen. Ruim 80 procent van de militairen die oorlog voerden, doodden nooit iemand.

En als die militairen per ongeluk een schuilkelder openen en angstige mensen recht in de ogen kijken, dan gooien ze geen handgranaat naar binnen. Dan verzamelen ze eten en drinken en bezorgen dat.

Want ja, er waren ook goeie Duitsers.