Een lul met vingers
Ooit was ik een lul met vingers. Tenminste, volgens een dorpsgenoot die het niet eens was met een standpunt dat ik als raadslid innam.
Het leidde tot een bondige recensie van mijn visie door de man, gepubliceerd op Facebook: ‘Je bent een lul met vingers’.
Het was op de keper beschouwd een fittie van niks. Raadsleden moeten tegen weerstand kunnen en ja, dat gebeurt zo nu en dan met wat vierkante bewoordingen. Wonderlijk genoeg maakte het toch indruk op me. Ik had nog niet eerder meegemaakt dat ik vanwege een standpunt als volksvertegenwoordiger werd uitgescholden. En ook in de pakweg acht jaar daarna overkwam het me niet.
Ik stoorde me de afgelopen jaren aan het feit dat ‘Je bent een lul met vingers’ op onverwachte momenten in mijn herinnering op plopte, bijvoorbeeld als ik die dorpsgenoot toevallig tegen het lijf liep. Want waarom kon ik het niet vergeten? Zo erg was het toch niet? Maakte een fractiegenoot niet iets mee dat erger was? Ze werd nog niet zo lang geleden na een commissievergadering verbaal zo stevig toegesproken dat ze het enige tijd eng vond om in het donker van de raadzaal naar huis te lopen. En dan was ik afgelopen week op bezoek bij een raadslid in Hilvarenbeek. Die kreeg deze zomer een Cobra18, vuurwerk met de kracht van een granaat, in haar brievenbus.
Ik keek het televisieprogramma Boos en zag en hoorde hoe politici, journalisten, wetenschappers en andere min of meer publieke figuren steeds vaker worden bedreigd. Een aantal van hen las in het programma voor wat ze via mail, sociale media en andere kanalen zoal ontvangen. Niks lullen met vingers. Het ging over onthoofdingen, martelen en doodschieten.
En zo stel ik vast dat ik niet moet zeiken over dat debatje op Facebook. Maar meer nog: als ik dat ene zinnetje acht jaar later nog in mijn kop heb zitten, hoe moeten die dames en heren zich voelen die écht agressief worden bejegend en zelfs bedreigd? Wat ik ook bedacht: beginnen dat soort bedreigingen en bommen door brievenbussen niet bij schijnbaar achteloos gescheld over penissen met vingers?
Ik geloof niet dat we die anonieme bedreigers kunnen bekeren. Wat wel kan: de mensen aanspreken die het klimaat creëren waarin die agressieve criminelen zich veilig en zelfs aangemoedigd voelen. Zeg maar de Dilan Yeşilgöz’ van deze wereld. Wie denkt dat dit alleen over Douw Bob gaat: kijk het programma Boos terug en stel vast dat het bij haar dieper zit en erger is. Ze stookte vuurtjes op tegen Boos en tegen op universiteiten verkondigde meningen die haar niet zinnen.
Dan nu vier opbeurende feiten.
Eén. De aandacht voor en weerzin tegen onbeschoft, agressief en crimineel gedrag groeit. Boos illustreert dat.
Twee. Het tuig is een kleine minderheid. Rutger Bregman schreef het jaren geleden al en heeft gelijk: de meeste mensen deugen.
Drie. In het programma Boos zegt Yeşilgöz herhaaldelijk dat ze achteraf gezien dingen anders of niet had moeten zeggen of twitteren. Het is ‘too little too late‘ om de VVD te redden, maar fijn is het wel.
Vier. De man die me ooit een lul met vingers noemde, liet me deze week via Messenger onverwacht weten dat ie daar spijt van heeft.