Een kruisje en andere rituelen
Geen idee of ik 4, 5, 6 of 7 jaar was – vast niet jonger dan 4 of ouder dan 7. Maar ik ben op een avond dus uit bed gekropen en de trap afgegaan om tegen mijn vader te zeggen dat hij was vergeten mij een kruisje te geven.
Traditie in veel katholieke gezinnen tot pakweg veertig jaar geleden: vaders (zelden moeders) die hun kinderen bij het slapengaan met de duim een kruisteken gaven op het voorhoofd. Ik was in de jaren zestig nog enorm gelovig en toch had dat kruisje voor mij niets met onze lieve heer te maken. Het was mijn vader die met zijn duim een soort van bezwering deed. ‘Jou kan vannacht niks gebeuren, jongen.’
En verder houden kinderen sowieso van rituelen. Toen het bidden voor het eten vanwege secularisering zo’n veertig jaar geleden niet meer kon, werd er een andere rite bedacht. Papa’s en mama’s en zelfs leidsters van kinderdagverblijven hielden bij aanvang van de maaltijd de handen van kinderen vast en zongen ‘Dat zal lekker smaken, dat zal lekker smaken, eet maar op, eet maar op’.
De spijzen werden gezegend met een goddeloos gebed voor alle gezindten.
Aan dat we-bidden-maar-dat-mag-er-niet-zo-uitzien hebben mijn vrouw en ik nooit meegedaan. Ik bleef het kruisje trouw. Omdat ik inmiddels bevrijd was van religieuze dogma’s, durfde ik er een eigen versie van te maken. Terwijl mijn duim op het kindervoorhoofdje van boven naar beneden en daarna van links naar rechts ging, maakte ik het geluid van een raceauto of wat daarbij in de buurt kwam. ‘Sjoef, sjoef.’ Zo’n kruisje mocht al zoevend ook een keer of vier, vijf achtereen. Knappe pastoor of kapelaan die er wat van durfde te zeggen.
Het kruisje bleef in de familie. Eén van mijn zonen bekende ooit dat hij zijn vriendin jarenlang bekruisde voor het slapengaan. En mijn twee kleindochters krijgen van hun vader ook elke avond een kruisje.
Afgelopen weekeinde logeerden die twee meisjes bij mijn vrouw en mij. Voor het slapen gaan gingen de pyjama’s aan, werden plasjes gedaan, gezichten gewassen, tanden gepoetst, gingen haarelastiekjes uit en las opa een verhaaltje voor (tip voor lezers met kleinkinderen: doe niet zoals ik, vraag niet te kiezen tussen twee en al helemaal niet tussen nog meer boekjes, pak zelf en boek en zeg dat dit boek het wordt en dat inspraak is uitgesloten). Daarna werden oma en opa geknuffeld.
En toen was daar opa met het kruisje. Ze vielen zowat meteen in slaap.
Anderhalf uur later zagen mijn vrouw en ik het Nederlands elftal in gelid staan in het voetbalstadion van Berlijn. Het Wilhelmus klonk en de voetballers zongen dat de ze van Dietsen bloed zijn en dat ze Spaande koning altijd hebben geëerd. Het zegt hen net zo weinig als dat kruisje mijn kinderen en mijn kleinkinderen zegt. Maar tjonge, wat voelt het goed. ‘Ons kan vanavond niets gebeuren.’
Tijdens de rust trakteerde mijn vrouw op kaas, toastjes en salades. Ik zong: ‘Dat zal lekker smaken, dat zal lekker smaken, eet maar op, eet maar op.’