De grot van Toon
Zo nu en dan onderbroek ik. Onderbroek moet u lezen als een werkwoord. Ik onderbroek als de kinderen naar school zijn en mijn vrouw naar het werk is. Ik stel het douchen en aankleden op zo’n ochtend uit en begin de dag al onderbroekend.
Wat heel belangrijk is voor de pret van het onderbroeken: ik tik mijn stukjes, voer de administratie en beantwoord mijn mails nog voor ik me heb gedoucht. Ik heb zelfs nog niet ontbeten. Een kop koffie is voldoende om me op gang te brengen.
Het lekkere aan onderbroeken is, dat het zo privé is en dat het dus niet erg is dat ik onder mijn oksels stink, mijn haren alle verkeerde kanten op staan, er een niet al te heerlijke geur uit mijn nog niet tandengepoetste mond komt en ik zelfs een scheet mag laten en in mijn kruis mag krabben.
Ja, dames, dat doen mannen.
Ik snapte tot voor kort van mezelf niet zo goed wat er nou zo lekker is aan onderbroeken, maar ik heb onlangs gelezen dat het een mannending is. Het heeft van doen met zo nu en dan onbeschaamd jezelf kunnen zijn. Ik doe het in huis als iedereen weg is en andere mannen doen in het in hun mancave.
Ja, hun mancave. Dat is een plek in huis waar de man het voor het zeggen heeft en waar niemand anders komt. Daar staan de elpees van decennia geleden op een rij, drie stoffige pc’s in het gelid en een hele oude bank waar je zo heerlijk boeren latend op kunt hangzitten.
Afgelopen maandag ontmoette ik Toon en Toon heeft de overtreffende trap van de mancave voor zichzelf gecreëerd. Toon besloot een jaar of twintig geleden van zijn schuur een grotje voor zichzelf te maken. Hij ging er bierbrouwen. Dat had hij eerst in de keuken gedaan, maar daar ontplofte ooit iets en dus werd er uitgeweken naar het rommelhokje in de achtertuin. Vrienden kwamen langs en brouwden lustig met hem mee. Echtgenote zorgde dat ze vooral niet in de buurt was.
De belangstelling voor het bier was zo groot, dat Toon met zijn maten besloot uit te wijken naar een bedrijfshal. En nu heeft Toon een brouwerij. Een brouwerij met een proeflokaal vol met banken, tafels, wanden vol lege bierflesjes en een bar waar flink wordt getapt.
Toon heeft de ultieme mancave gecreëerd. Ik heb, al onderbroekend in de huiskamer, nog een lange weg te gaan.