Columns > De democratie is een sportschool

De democratie is een sportschool

 

Toen één van mijn kinderen, lang geleden hoor, er een poosje niks van bakte op de middelbare school, sprak een docent hem streng en vermakelijk toe. ‘Als je dan toch besluit naar mijn biologieles te komen, dan kun je er het beste ook maar wat van maken. Want je bent er toch.’

Gisteren was ik op een congres voor raadsleden. Op het podium stond een mevrouw en die maakte zich druk over de teloorgang van de democratie. Dat was, tot mijn geruststelling, niet de schuld van politici. Het lag aan de burgers. Die zijn vooral inwoner en hebben geen zin in de plichten die bij het burgerschap horen. ‘De democratie in leven houden,’ ze vinden het maar gedoe. De mevrouw zei het zo: ‘Het is alsof ze lid zijn van de sportschool, elke vier jaar het lidmaatschap verlengen en nooit gaan sporten.’

Het wordt de hoogste tijd om op te letten tijdens biologieles, om ons in het zweet te werken in de sportschool en om wat meer aan actief burgerschap te doen. Aan de democratie dus.

 

De komende weken, maanden en jaren neemt de stroom migranten toe. Onder die migranten zijn ook vluchtelingen en we gaan er niet in slagen om mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en dictatuur te onderscheiden van mensen die op zoek zijn naar geld, werk of – zoals in het dramatische geval van de papa van peuter Aylan – een nieuw gebit. En dat hoeft ook niet. De wereld wordt een dorp en in dat dorp wandelt iedereen alle kanten op. Niks mis mee. En al was er wel wat mis mee: die trend stoppen is zoiets als per decreet de zwaartekracht afschaffen. Zinloos.

De mensen die vanuit Afrika en Azië deze kant op varen, treinen en lopen – die komen uit landen waar de macht in handen is van mensen en clubs met de grootste bekken. Landen met amper of geen democratische traditie.

 

Hier in Nederland en de rest van Europa gaan ze elkaar steeds vaker tegenkomen: mensen die democratie maar saai vinden en mensen die niet weten wat democratie is. Dat belooft wat.