Binnenkort stopt Rogier van Boxtel als grote baas van Menzis én als lid van de Eerste Kamer. Als senator stemde hij zo nu en dan voor of tegen wetsvoorstellen die van doen hadden met zorg en met zorgverzekeraars. Van Boxtel vindt dat heel gewoon. In Buitenhof zei hij vandaag dat zowat iedereen in de Senaat er dingen bij doet. En als u en ik bang zijn voor belangenverstrengeling, dan moesten we van dat ‘senatorschap’ maar een beroep maken. Dat ze er niks bij hoeven te doen.

Want van die 25 mille per jaar is het natuurlijk niet te doen.

Ik ben gemeenteraadslid en neem van me aan, van dat werk krijg ik mijn hypotheek niet bij elkaar gesprokkeld. Maar er komt geen raadsvoorstel voorbij waar ik al stemmend zakelijk voordeel bij kan hebben. De wet heeft dat netjes geregeld. Ik ben zelfstandig ondernemer, maar het is me bijvoorbeeld verboden om met mijn bedrijf voor mijn gemeente te werken. In de vorige raadsperiode had mijn partij een raadslid en die werkte bij een bureau dat wel eens wat voor gemeenten doet. Ook voor mijn gemeente. Heel soms schreef dat bureau een advies over het een en ander en dat advies kwam dan wel eens in de raad. Het raadslid ging dan even plassen. En was pas uitgeplast als het agendapunt klaar was. Van Boxtel hield in de Eerste Kamer zijn plas op tot ná de stemming over zaken die over de zorg gaan.

Van Boxtel stopt bij Menzis en bij de Eerste Kamer. Dat ging, bedacht ik, ongeveer zo. Hij had geen zin meer in dat lidmaatschap van de Senaat en liet dat zijn Raad van Commissarissen weten. En toen zeiden die commissarissen: ‘Ja hoor eens, dan hebben we bij Menzis dus niks meer aan je. Stap hier dan ook maar op.’

Die zetel van Van Boxtel in de Eerste Kamer, dat was geen zetel van D66. Dat was een zetel van Menzis. In maart krijgt D66 de zetel terug. Benieuwd wat de partij er mee doet.