D66
‘Dat stukje van jou, over dat oppositiewoordenboek – dat gaat dus eigenlijk gewoon over framen.’
– ‘Framen?’
‘Ja, framen, Dat ken je toch wel?’
– ‘Geen idee.’
‘En dat zit dan in de raad. Afijn. Een frame plak je aan een statement dat je wilt maken. Een woord of zin die blijft hangen en een duidelijke mening over iets geeft. Terwijl de ander het woord eigenlijk niet eens bewust opmerkt. Je had het in je stukje bijvoorbeeld over een prestigeproject.’
– ‘Dat was naar aanleiding van een plan van de gemeente. Een mooi plan. Bij de oppositie noemen ze het een prestigeproject.’
‘En wat gebeurt er dan, als je zo’n begrip hoort?’
– ‘Als ik geen idee had wat dat project inhoudt, dan zou ik het niks vinden. Een project waar iemand goede sier mee wil maken. Geen idee wie trouwens, maar dat doet er niet eens toe. Prestigeprojecten deugen niet.’
‘Juist. Gaat iemand aan die oppositie vragen wat er zo prestigieus aan dat project is? Overigens, hoor je het zelf: een prestigieus project klinkt weer best positief. Prestigeproject niet. Goh.’
– ‘Eigenlijk zouden ze op school over dit soort dingen les moeten geven. Dat ze er in een lesje debattechnieken aandacht aan schenken. Aan… hoe heet het ook alweer?’
‘Framing.’
– ‘Maar voorlopig komt het daar niet van. Want met het onderwijs is het niks. Het wordt pas echt wat met het onderwijs als D66 in de regering komt.’
‘Waarom?’
– ‘Omdat D66 de onderwijspartij is.’
‘O ja? Waaruit blijkt dat?’
– ‘Geen idee. Maar als ik D66 hoor, denk ik altijd meteen: onderwijspartij. Maar jeetje, waar blijkt dat eigenlijk uit..?’
‘Dat zeg ik: framing.’