Columns > Broer

Broer

De broer van mijn enige broer zat, alweer een hele poos geleden, in de lappenmand. Psychisch dan. Midlife, onverwerkte te krappe kinderschoenen of het vallen van het blad – de oorzaak doet er niet zo toe. Maar het ging even niet lekker en dat even duurde best lang.

De broer van mijn enige broer besloot er een professional bij te halen en vond zich terug in een spreekkamer met een klein salontafeltje met daarop een doos tissues. Om het tafeltje drie stoelen. Eén stoel was voor de therapeut. De tweede stoel was voor de broer van mijn enige broer. De laatste stoel was gereserveerd voor het kind in de broer van mijn broer. Het broertje van mijn enige broer, zeg maar. Soms moest hij in die stoel gaan zitten.

Als het in hoofd of hart even niet goed gaat, dan heeft dat nogal wat consequenties. Dat gedoe met de stoelendans in de spreekkamer van de therapeut kost veel energie en omdat sombere gedachten en gevoelens niet zomaar weg zijn, dreigt het werk er bij in te schieten. Dan komt er minder geld binnen, zeker als het gaat over de broer van mijn broer. Die is niet in loondienst.

Mensen met psychische stoornissen en ander zielenroerselen, ze dreigen nogal eens in de armoede terecht te komen. Dat blijkt uit landelijk onderzoek.

De broer van mijn enige broer bracht het wel eens ter sprake, vanuit de grote-mensen-stoel in dat kamertje. Dan vertelde hij over vaste lasten en andere uitgaven, over hoe moeilijk het was om zich er toe te zetten om als zelfstandige aan de slag te blijven en over de vrees dat het uiteindelijk financieel mis zou gaan. ‘Vertel me eens wat meer over die angst’, zei de therapeut dan. ‘Wat doet dat met je?’ En waar in zijn lijf die vrees ergens zat en of die angst er vroeger ook al was geweest. De broer moest dan in de andere stoel gaan zitten.

Ook zei de therapeut dat elke sessie direct moest worden betaald.

Wat die therapeut niet zei: ‘Je zou eens met iemand moeten gaan praten die verstand heeft van geld. Van hoe je je huishoudboekje kunt aanpassen aan verminderde inkomsten. Een budgetcoach. En als het daarvoor al te laat is, iemand die weet hoe je schulden kunt wegwerken zonder je ziel te verkopen aan de opvolgers van Dick Scheringa.’ Wat die therapeut ook niet deed: een visitekaartje geven van zo’n budgetmaatje, schuldhulpverlener of andersoortige deskundige.

Er was ook niemand bij de gemeente die op het idee kwam om therapeuten, counselors, coaches, psychologen en Jomanda’s te benaderen. Terwijl het weinig moeite kost en enorm veel oplevert. ‘Als u een nieuwe cliënt krijgt, wijs die dan op de financiële consequenties van langdurig geestelijk ongemak. En dat het raadzaam is om te voorkomen dat het op dat gebied echt mis gaat.’

Beste beleidsambtenaren, wethouders en gemeenteraadsleden: de mensen die over pakweg een jaar in de armoede terecht komen, ze zijn nu al bekend. Niet bij u, maar bij de GGZ, psychologen en bij al dan niet erkende therapeuten. Maar het zijn niet alleen de mensen die last hebben van geestelijke malaise die u moet bereiken. Het gaat ook om mensen die beroerd voorbereid zzp-er worden, die van plan zijn te gaan scheiden of die ‘gewoon’ hun baan verliezen. Zoek ze op. En nog handiger: zoek de mensen, bedrijven en organisaties op die door deze mensen worden opgezocht.

Met de broer van mijn enige broer gaat het trouwens weer goed. Hij komt er zelfs weer aan toe zich druk te maken over zaken als armoedebestrijding.